Zonsopkomst, The Olga’s & Kings Canyon

Zonsopkomst, The Olga’s & Kings Canyon
Zoals in ons laatste stukje al aangekondigd zijn we, inmiddels gisteren, erg vroeg opgestaan om de zonsopkomst bij Uluru mee te maken. Om 4:30 ging de wekker (we hebben een half uurtje extra genomen) en we waren niet de enigen die wakker waren. Zo’n beetje de halve camping was al op, om hetzelfde te gaan doen. Het was dan ook filerijden naar de ingang van het park en eenmaal binnen werden alle snelheidsregels aan de laars gelapt om maar op tijd te zijn. Wij verkozen ervoor om niet de meute achterna te gaan, die de zon op Uluru wilden zien schijnen. Wij wilden de zon achter Uluru op zien komen. We hadden tenslotte de zonsondergang schijnend op Uluru al gezien. Het was een mooi gezicht, dat niet heel goed op foto is vast te leggen. Vooral het tot leven komen van de natuur is mooi om mee te maken. Letterlijk bij de eerste zonnestraal hoorden we het eerste vogeltje fluiten. Bij de natuur horen helaas ook de vliegen… Binnen no-time werden we weer belaagd.
En toen was het 7 uur. Ons eerste plan al tot uitvoer gebracht. Dat gebeurt ons niet iedere dag. Maar goed, we hadden meer plannen voor deze dag. Op naar de Olga’s, de minder bekende zuster-rotsformaties van Uluru, zo’n 45 km verderop. 36 toppen die net als Uluru vrij eenzaam in het landschap staan. Deze rode rotsen bieden een mooie wandeling, The Valley of the Winds geheten, 8 km tussen de rotsen door. Classificatie: gemiddeld. We zijn vol goede moed en verwachting aan deze wandeling begonnen, en wij vinden het een aanrader. Je zit echt in de natuur, tussen de rotsen, het is uitdagend en levert mooie plaatjes op. De wandeling rond Uluru is wat dat betreft iets saaier, maar niet minder indrukwekkend. Aangezien het nog vroeg op de dag was, was het qua temperatuur goed uit te houden. Genoeg water mee, wat muesli-repen en zonnebrand, en uiteraard de fotocamera. We waren vrijwel alleen in het gebied, en dat maakt dat je de rust en de stilte, de geluiden van de natuur goed kunt ervaren. Overigens was dit ook een tip van Ann, en we zijn zo vrij om deze tip ook aan jullie mee te geven. Vergeet de Olga’s niet als je naar Uluru gaat!
Kings Canyon was onze volgende bestemming van de dag. 300 km rijden, maar ook dat paste prima in het programma van de dag. Wat is vroeg opstaan toch fijn, al willen we van 4:30 geen gewoonte maken. Anyway: we zitten nu in Kings Canyon. Het resort waar we zitten omvat niet veel meer dan een camping, een general store met benzinepomp, een bbq restaurant/pizzeria en een hotel. En ook hier alleen voor de toeristen, er is geen dorpje in de wijde omgeving te bekennen. Vandaag hebben we alweer gewandeld, nu dus door Kings Canyon. Zeer indrukwekkende rotsformaties, een kloof, mooie vergezichten. Samengevat: een landschap dat we niet kennen en daardoor prachtig is om doorheen te lopen. Een wandeling met een pittige klim in het begin, maar daarna konden we het rustig aandoen. Ik ben erg blij dat het ons allemaal lukt om deze mooie dingen te zien en te doen. Overigens was het aardig druk onderweg, met als meest markante detail dat er in het laatste gedeelte van de wandeling ongeveer 200 meter achter ons twee Nederlandse meisjes liepen, die het belangrijker vonden vrij luid met elkaar te kletsen dan af en toe eens stil te zijn en te luisteren naar de natuur. Soit.
Morgen gaan we op weg naar Alice Springs. In principe onze laatste etappe, we leveren daar de camper in. Maar dat is pas zondag, en we gaan dus nog Alice Springs en vooral de omgeving, de MacDonnel ranges, ontdekken. We hebben nog wat tips op te volgen… Verder ligt het in mijn plan om nog een Digeridoo-workshop te doen. Moet ik nog even overleggen, maar als we tijd hebben gaat dat wel lukken.
Als laatste nog even dit: de camping staat niet erg vol, zoals we eigenlijk de hele trip al meemaken. Maar: er vindt een aardige strijd plaats om de heerschappij van de camping door de vogels. De zwart-witten tegen de kleinere groenen, waarbij de laatste winnen, totdat ‘s avonds de papagaaien komen: die zijn ‘s avonds de baas. Als het eenmaal donker is loopt een verdwaalde(?) dingo hier rond, op zoek naar eten. Daar waren we al voor gewaarschuwd. Deze wilde hond trekt zich echter niets van ons aan en loopt ons rustig voorbij.
Tot in Alice!

Zoals in ons laatste stukje al aangekondigd zijn we, inmiddels gisteren, erg vroeg opgestaan om de zonsopkomst bij Uluru mee te maken. Om 4:30 ging de wekker (we hebben een half uurtje extra genomen) en we waren niet de enigen die wakker waren. Zo’n beetje de halve camping was al op, om hetzelfde te gaan doen. Het was dan ook filerijden naar de ingang van het park en eenmaal binnen werden alle snelheidsregels aan de laars gelapt om maar op tijd te zijn. Wij verkozen ervoor om niet de meute achterna te gaan, die de zon op Uluru wilden zien schijnen. Wij wilden de zon achter Uluru op zien komen. We hadden tenslotte de zonsondergang schijnend op Uluru al gezien. Het was een mooi gezicht, dat niet heel goed op foto is vast te leggen. Vooral het tot leven komen van de natuur is mooi om mee te maken. Letterlijk bij de eerste zonnestraal hoorden we het eerste vogeltje fluiten. Bij de natuur horen helaas ook de vliegen… Binnen no-time werden we weer belaagd.

En toen was het 7 uur. Ons eerste plan al tot uitvoer gebracht. Dat gebeurt ons niet iedere dag. Maar goed, we hadden meer plannen voor deze dag. Op naar de Olga’s, de minder bekende zuster-rotsformaties van Uluru, zo’n 45 km verderop. 36 toppen die net als Uluru vrij eenzaam in het landschap staan. Deze rode rotsen bieden een mooie wandeling, The Valley of the Winds geheten, 8 km tussen de rotsen door. Classificatie: gemiddeld. We zijn vol goede moed en verwachting aan deze wandeling begonnen, en wij vinden het een aanrader. Je zit echt in de natuur, tussen de rotsen, het is uitdagend en levert mooie plaatjes op. De wandeling rond Uluru is wat dat betreft iets saaier, maar niet minder indrukwekkend. Aangezien het nog vroeg op de dag was, was het qua temperatuur goed uit te houden. Genoeg water mee, wat muesli-repen en zonnebrand, en uiteraard de fotocamera. We waren vrijwel alleen in het gebied, en dat maakt dat je de rust en de stilte, de geluiden van de natuur goed kunt ervaren. Overigens was dit ook een tip van Ann, en we zijn zo vrij om deze tip ook aan jullie mee te geven. Vergeet de Olga’s niet als je naar Uluru gaat!

Kings Canyon was onze volgende bestemming van de dag. 300 km rijden, maar ook dat paste prima in het programma van de dag. Wat is vroeg opstaan toch fijn, al willen we van 4:30 geen gewoonte maken. Anyway: we zitten nu in Kings Canyon. Het resort waar we zitten omvat niet veel meer dan een camping, een general store met benzinepomp, een bbq restaurant/pizzeria en een hotel. En ook hier alleen voor de toeristen, er is geen dorpje in de wijde omgeving te bekennen. Vandaag hebben we alweer gewandeld, nu dus door Kings Canyon. Zeer indrukwekkende rotsformaties, een kloof, mooie vergezichten. Samengevat: een landschap dat we niet kennen en daardoor prachtig is om doorheen te lopen. Een wandeling met een pittige klim in het begin, maar daarna konden we het rustig aandoen. Ik ben erg blij dat het ons allemaal lukt om deze mooie dingen te zien en te doen. Overigens was het aardig druk onderweg, met als meest markante detail dat er in het laatste gedeelte van de wandeling ongeveer 200 meter achter ons twee Nederlandse meisjes liepen, die het belangrijker vonden vrij luid met elkaar te kletsen dan af en toe eens stil te zijn en te luisteren naar de natuur. Soit.

Morgen gaan we op weg naar Alice Springs. In principe onze laatste etappe, we leveren daar de camper in. Maar dat is pas zondag, en we gaan dus nog Alice Springs en vooral de omgeving, de MacDonnel ranges, ontdekken. We hebben nog wat tips op te volgen… Verder ligt het in mijn plan om nog een Digeridoo-workshop te doen. Moet ik nog even overleggen, maar als we tijd hebben gaat dat wel lukken.

Als laatste nog even dit: de camping staat niet erg vol, zoals we eigenlijk de hele trip al meemaken. Maar: er vindt een aardige strijd plaats om de heerschappij van de camping door de vogels. De zwart-witten tegen de kleinere groenen, waarbij de laatste winnen, totdat ‘s avonds de papagaaien komen: die zijn ‘s avonds de baas. Als het eenmaal donker is loopt een verdwaalde(?) dingo hier rond, op zoek naar eten. Daar waren we al voor gewaarschuwd. Deze wilde hond trekt zich echter niets van ons aan en loopt ons rustig voorbij.

Tot in Alice!