Coober Pedy: achter de schermen gebeurt het
We zijn in Coober Pedy, minimaal zo’n 300km van de eerstvolgende plaats, de dorpen van minder dan 30 inwoners daargelaten. Van de buitenkant eigenlijk een troosteloos gebeuren. Toen we gisteren door de zandstorm het stadje bereikten, was dat direct onze eerste indruk. Door de hoofdstraat rijdend zagen we Aboriginals op blote voeten, midden op de rotonde, schreeuwend naar andere Aborginals die voor Johnny’s liquor store stonden. Alcoholverslaving is het grootste probleem onder de Aboriginals hebben we al van verschillende bronnen gehoord. Geen goeie binnenkomer, zulke beelden. De zandstorm hielp ook niet: weinig kleur in het stadje. Verder geen mooie huizen, meer uit golfplaten opgetrokken schuurtjes tegen heuveltjes aan. Vandaag hebben we een kijkje achter de schermen gekregen. Dat was een stuk beter. Maar wat bezielt mensen om hier te gaan wonen?
Coober Pedy is een mijnstad. Er is begin 20e eeuw hier opaal ontdekt. Opaal is een gesteente dat in een bepaalde laag van de grond gevonden kan worden, mits je natuurlijk de juiste ader ontdekt. Ik zal jullie niet vermoeien met het proces waardoor opaal gevormd wordt, ook omdat ik niet de precieze termen ken. Wikipedia geeft vast uitkomst… Hoe dan ook: opaal is een kostbaar gesteente, en net als met goud en koper trekt dat mensen aan. Zo is Coober Pedy ontstaan (de naam is een verbastering van twee Aborigal-termen die zoiets betekenen als ‘witte man die graaft’) en trekt zelfs nu nog gelukszoekers. Je kunt hier bij het stadsdeelkantoor een stukje grond kopen van 50×50 meter voor $A 58,- en gaan graven. Dat moet je dan wel minimaal 20u per week doen, anders wordt je stukje verbeurd verklaard. Zelfs op de camping waar we nu staan, op een aan drie kanten door tentzeil beschutte plek, erg fijn met die zandstormen, staan ‘miners’, gelukszoekers.
Toch is dit stadje bijzonder: achter die golfplaten schuurtjes gaan complete woningen schuil, in het gesteente. En daar is het goed toeven. Er zijn verschillende hotels, cafe’s en restaurants gevestigd in de rotsen. En terwijl het buiten ofwel 45+ graden is in de zomer, of ‘s winters rond het vriespunt, in de rotsen is het altijd een lekkere 24 graden. Van buiten een agenebbis zooitje, van binnen keurig, goed verzorgd. Als je met een blinddoek op naar binnen zou worden gebracht zou dat troosteloze aan je voorbij zijn gegaan, zou je je het zelfs niet kunnen voorstellen. We hebben twee musea bezocht over de geschiedenis van het mijnwerken, het stadje en opaal. Erg leuk, mooi en op sommige punten zeker ook indrukwekkend. En lekker koel! Maar eenmaal weer buiten vraag je je toch weer af: wat bezielt deze mensen, vooral de niet-mijnwerkers.
Wellicht dat het de 150.000 toeristen per jaar zijn die je een bestaan geven. Dat zou kunnen, maar er zitten 24 uur in een dag! Twee voorbeelden: de medewerker van de plaatselijke VVV noemde het de mooiste stad in de wereld. Hij had op andere plaatsen gewoond, maar Coober Pedy was het helemaal. Hij wilde nooit meer weg. Het meisje (begin 20, met Duitse tongval) dat de rondleiding verzorgde in het tweede museum woonde in Coober Pedy, in de rotsen. Wat bezielt deze mensen? Gelukszoekers, op een andere manier?
Wij kunnen de beginvraag niet beantwoorden. Met de beste wil van de wereld. Het is hier erg bijzonder, zeker een aanrader voor iedereen die The Red Centre wilt bezoeken, maar na twee dagen vertrekken wij morgen erg graag weer naar onze volgende bestemming. Als we dan toch een voordeel moeten noemen: als je hier 18 holes wilt lopen hoef je niet te vrezen voor wachtlijsten of volle flights. Je moet wel voor lief nemen dat er geen grasspriet te bekennen is, de greens van zwart grind zijn en je af en toe moet schuilen voor een zandstormpje. Ik kan me niet herinneren wat de regels daarover zeggen…
Morgen Uluru, ofwel Ayers Rock. Maar eerst 700km rijden… met airco! G’day, mates!
We zijn in Coober Pedy, minimaal zo’n 300km van de eerstvolgende plaats, de dorpen van minder dan 30 inwoners daargelaten. Van de buitenkant eigenlijk een troosteloos gebeuren. Toen we gisteren door de zandstorm het stadje bereikten, was dat direct onze eerste indruk. Door de hoofdstraat rijdend zagen we Aboriginals op blote voeten, midden op de rotonde, schreeuwend naar andere Aborginals die voor Johnny’s liquor store stonden. Alcoholverslaving is het grootste probleem onder de Aboriginals hebben we al van verschillende bronnen gehoord. Geen goeie binnenkomer, zulke beelden. De zandstorm hielp ook niet: weinig kleur in het stadje. Verder geen mooie huizen, meer uit golfplaten opgetrokken schuurtjes tegen heuveltjes aan. Vandaag hebben we een kijkje achter de schermen gekregen. Dat was een stuk beter. Maar wat bezielt mensen om hier te gaan wonen?
Coober Pedy is een mijnstad. Er is begin 20e eeuw hier opaal ontdekt. Opaal is een gesteente dat in een bepaalde laag van de grond gevonden kan worden, mits je natuurlijk de juiste ader ontdekt. Ik zal jullie niet vermoeien met het proces waardoor opaal gevormd wordt, ook omdat ik niet de precieze termen ken. Wikipedia geeft vast uitkomst… Hoe dan ook: opaal is een kostbaar gesteente, en net als met goud en koper trekt dat mensen aan. Zo is Coober Pedy ontstaan (de naam is een verbastering van twee Aborigal-termen die zoiets betekenen als ‘witte man die graaft’) en trekt zelfs nu nog gelukszoekers. Je kunt hier bij het stadsdeelkantoor een stukje grond kopen van 50×50 meter voor $A 58,- en gaan graven. Dat moet je dan wel minimaal 20u per week doen, anders wordt je stukje verbeurd verklaard. Zelfs op de camping waar we nu staan, op een aan drie kanten door tentzeil beschutte plek, erg fijn met die zandstormen, staan ‘miners’, gelukszoekers.
Toch is dit stadje bijzonder: achter die golfplaten schuurtjes gaan complete woningen schuil, in het gesteente. En daar is het goed toeven. Er zijn verschillende hotels, cafe’s en restaurants gevestigd in de rotsen. Zelfs verschillende kerken! Uiteraard hebben we een van de kerken bezocht en een kaarsje opgestoken… En terwijl het buiten ofwel 45+ graden is in de zomer, of ‘s winters rond het vriespunt, in de rotsen is het altijd een lekkere 24 graden. Van buiten een agenebbis zooitje, van binnen keurig, goed verzorgd. Als je met een blinddoek op naar binnen zou worden gebracht zou dat troosteloze aan je voorbij zijn gegaan, zou je je het zelfs niet kunnen voorstellen. We hebben twee musea bezocht over de geschiedenis van het mijnwerken, het stadje en opaal. Erg leuk, mooi en op sommige punten zeker ook indrukwekkend. En lekker koel! Maar eenmaal weer buiten vraag je je toch weer af: wat bezielt deze mensen, vooral de niet-mijnwerkers.
Wellicht dat het de 150.000 toeristen per jaar zijn die je een bestaan geven. Dat zou kunnen, maar er zitten 24 uur in een dag! Twee voorbeelden: de medewerker van de plaatselijke VVV noemde het de mooiste stad in de wereld. Hij had op andere plaatsen gewoond, maar Coober Pedy was het helemaal. Hij wilde nooit meer weg. Het meisje (begin 20, met Duitse tongval) dat de rondleiding verzorgde in het tweede museum woonde in Coober Pedy, in de rotsen. Wat bezielt deze mensen? Gelukszoekers, op een andere manier?
Wij kunnen de beginvraag niet beantwoorden. Met de beste wil van de wereld. Het is hier erg bijzonder, zeker een aanrader voor iedereen die The Red Centre wilt bezoeken, maar na twee dagen vertrekken wij morgen erg graag weer naar onze volgende bestemming. Als we dan toch een voordeel moeten noemen: als je hier 18 holes wilt lopen hoef je niet te vrezen voor wachtlijsten of volle flights. Je moet wel voor lief nemen dat er geen grasspriet te bekennen is, de greens van zwart grind zijn en je af en toe moet schuilen voor een zandstormpje. Ik kan me niet herinneren wat de regels daarover zeggen…
Morgen Uluru, ofwel Ayers Rock. Maar eerst 700km rijden… met airco! G’day, mates!
Hoi lieve twee.
Opmerkelijk dat jullie beide op deze reis een “Oom”hebben verloren.
Je ziet er kan heel wat gebeuren in een paar weken.
Nicolien, je kunt gelukkig terug kijken op een leuk bezoek aan hem in Brazilië.
Lieve mensen, pluk de dag.
kus.
Dag lieverds,
Ik geniet van jullie reis! Ik heb de afgelopen tijd geen tijd gehad om te leze nen had het hele verslag tot nu toe maar uitgeprint, had ik tenminste wat te lezen in de trein. Jongens wat een mooi boek maakt dit. Heb ook erg gelachen om de kilo’s extra bagage die er plotseling bij komen en je Genau verhaal. Je moet de mensen naar me zien kijken in de trein, ze denken dat ik gek ben geworden, haha…
Ook gevalletje airco is erg leuk, zal het zo vertellen hier op het werk. Ze houden wel van een goede mop 🙂
Verder condoleer ik jullie en allebei de families en wens ik jullie sterkte met het verlies in beide families. Zoals hierboven, pluk de dag! Maar ik zie dat jullie dat ook doen.
Geniet nog veel van jullie reis en ik kan niet wachten op jullie volgende belevenis.
Dikke zoen,
Nicolette
Hoi Nicolien en Martijn,
Heb weer genoten vandaag. Het is zo’n leuke onderbreking van de dag om jullie verhalen te lezen. het is een avontuur (dat is het al voor de lezer, dus zeker voor jullie). Nicolien je moet toch eens gaan proberen columns te gaan schrijven. je hebt er gevoel voor. Misschien kunnen jullie dit samen oppakken? Mochten wij ooit een nieuwsbrief beginnen…. ik zou het een eer vinden, haha. Ik voelde je zweetdruppeltjes in m’n ogen prikken toen ik het las, maar bij waren het tranen van de lach (geen coremans actie dit keer…) Even kwamen de avonturen van onze zeilvakantie terug, toen heb ik momenten zo met je gelachen nicolien!
Martijn, ik vind het heerlijk dat jullie het zo naar jullie zin hebben. En ik geniet lekker met jullie mee!
Groetjes
Marcia & de boys
Hallo Nicolien en Martijn,
Wat hebben jullie al veel gezien en beleefd! En via de site beleven wij het een beetje mee. Ik weet uit ervaring dat het erg leuk is om je belevenissen op een site te zetten zodat het thuisfront kan meegenieten. En het is erg leuk om de reacties dan te lezen.
Geniet lekker van al het moois dat jullie nog gaan zien en meemaken.
Groetjes,
Arjan