Twee immens grote wigwams, een schuur, een wei vol geiten en een omgebouwde koeienstal. Dat zijn de ingrediënten van de camping waar we nu op staan. De advertentie vertelde ons: kamperen bij de boer. Het moet gezegd worden, dat spreekt me enorm aan. En geen woord gelogen, deze boer heeft vreselijk zijn best gedaan om er een hele gekke camping van te maken. Een paradijs voor kinderen. Zelfgemaakte speeltoestellen, dieren te over en heel veel ruimte. En wij vinden deze camping geweldig gek. Maar wel een beetje koud… We zitten in de binnenlanden van Zwitserland. Op hoogte. En ik hoop dat we dit morgenochtend niet moeten veranderen in ‘op sneeuwhoogte’.
Twee dagen geleden zaten we in Siena, waar het tegen de 30 graden liep. Korte broek, hemdje, slippers, zonnebrand (factor 30) en een zonnebril. Gisteren vertrokken we vanuit Pisa, waar de 25 graden nog gehaald werd. Vanmorgen werden we wakker aan het meer van Lugano en hebben we ontbeten onder de luifel, in een aangename 20 graden. En nu hebben we alle schone sokken uit de kast gehaald, twee fleece vesten aan en de winterbanden liggen klaar. De overgang is wellicht wat te groot. En toch vermaken we ons hier uitstekend, het is eigenlijk best grappig. De weg hiernaartoe ging uitstekend. We zijn de bevreesde Gotthardtunnel doorgegaan. Het viel gelukkig mee met de verkeersdrukte, we hebben hooguit een kwartier vertraging opgelopen. Dit komt doordat er maar twee banen beschikbaar zijn (één voor iedere kant), het is een doodgewone tweebaansweg, in een tunnel, van 17 kilometer lang. En de tunnel wordt voorafgegaan door een gewone snelweg, dus we moesten ritsen. Maar nogmaals, dat ging heel vlot. De reden dat er maar één baan per richting beschikbaar is heeft met de brand te maken. Enkele kilometers voor de Gotthardtunnel vroeg Martijn mij; “Dat is toch de Gotthardtunnel? Waar die brand uitbrak?” Meestal ben ik degene die op ongemakkelijke momenten dit soort morbide vraagstukken op tafel gooi. Zo moet ik altijd denken aan een hele spannende aflevering van Air Crash Investigations wanneer ik een vliegtuig in stap. Het liefst bespreek ik dat dan met de persoon naast me, die dit niet altijd waardeert. Idem dito met liften (iemand nog vast gezeten in een lift de laatste tijd?), boten, treinen, etc. Gelukkig zijn we geen van beiden erg vatbaar voor paniekgedrag in dit soort situaties, dus hebben we 17 kilometer lang gekletst over hoe het zal zijn als daar brand uitbreekt. Niks gebeurt.
En nu zitten we niet ver van Basel, in Meierskapel. In een minuscuul dorpje, op een berg, op een camping waar de koeienstal omgebouwd is tot sanitair gebouw. Met een hele grappige campingbeheerder, in zijn boerderij-outfit, een vriendelijk blozend gezicht en een onverstaanbaar Zwitsers accent. Volgens de advertentie steekt hij vanavond een kampvuur aan. Wie zal het zeggen!
De verdere plannen blijven aan verandering onderhevig. De vakantie is heerlijk. Maar de vakantie begint ook op zijn eind te lopen. En de kou helpt hier niet bij. Normaliter is het Martijn die voorstelt om eerder naar huis te gaan. Nu ben ik diegene geweest. Het reizen begint in mijn lijf te zitten, en eigenlijk verlangen we allebei ontzettend naar nog wat dagen in ons fijne huis, voordat we weer aan het werk gaan. Even op het gemak de camper opruimen. Huis weer op orde brengen. Koelkast vullen, vrijdag lekker naar de markt. En een beetje rondhangen. Maar niet voordat we nog een heerlijke wandeling in de Ardennen hebben gemaakt. Zodoende vertrekken we morgen richting Spa. Het zal een lange rit worden, maar als we op tijd vertrekken kunnen we er eind van de middag zijn. Dan gaan we daar lekker wandelen op dinsdag, en keren we woensdag op ons gemak terug naar huis. Met eindeloos veel mooie herinneringen aan deze fantastische reis.
We pakken Kolonisten van Catan zo uit de kast. Ik ga mijn sloffen aantrekken. Lekker ouderwets avondje spelletjes spelen. Weer eens wat anders dan met een korte broek onder de luifel zitten.. Gaat ook vervelen hoor 😉