Author Archives: Nicolien

Zwart is de kleur van de bomen (maar zeker niet van ons humeur)

Gisteren hebben we Luxemburg verlaten. Onze gedachte bij deze vakantie is dat we een tour d’amour maken, een rondreis door een deel van ons eigen Europa, dat we gaan waar de zon ons brengt. En tot dusver lukt dat prima. Tour d’amour? Daar hebben wij niet veel voor nodig.. Europa? We zijn goed op weg, na Nederland, België en Luxemburg, hebben we nu ook Frankrijk en Duitsland een bezoekje gebracht. En de zon? Zowaar, daar waar we gaan schijnt de zon. Het is weliswaar geen 30 graden (sterker nog, we denken dat de temperatuur hier in de bergen ’s nachts tot het vriespunt daalt), maar tot dusver lacht de zon ons nog iedere dag tegemoet. Wij danken u, zon!

We zijn in Duitsland, het Zwarte Woud. Om precies te zijn, we zijn in Lenzkirch. Dit is vlakbij de Titisee. Voor voetballiefhebbers komt dit bekend voor, hier streek de NOS neer tijdens het WK 2006. Wat media al niet kan doe, toen ik zojuist mijn moeder aan de telefoon had vertelde ik haar dat we bij de beroemde Titisee zitten. Later keek ik nog eens op de kaart. Goed zoeken, zeg ik, dan vind je het.. We zijn hier gisteren naartoe gereden. Metz, Strassbourg, Freiburg, Offensee, Lenzkirch, tweede camping rechts. Fluitje van een cent. En dat was het eigenlijk ook wel, afgezien van een omleiding die de bijrijder (Martijn in dit geval) een prachtig beeld gaf van het Zwarte Woud. En die de bestuurder (ik in dit geval) een spoedcursus ‘rijden met een camper in de bergen‘ gaf. Allemaal goed gegaan. De camper staat weer op zijn plaats en wordt door ons liefkozend  toegesproken. De camper is ons geweldige huis op wielen. We houden van de camper. De camping is prima. Als je de eigenaresse weg denkt. Zucht. Ik mag het misschien niet zeggen, maar wat een heks, zeldzaam onvriendelijk. Om 19:00 uur luiden klokken op de camping, heel hard. Ik dacht eerst dat de camping-eigenaresse de vrouwelijke vorm van de klokkenluider van de Notre Damme is. Maar nu weten we dat de receptie dan sluit, en de heks naar huis gaat. Ik denk dat ze een kindje opgesloten heeft op zolder, die als dankbetoon de klokken luidt als ze weg is.

Maar goed, ik dwaal af. Het Zwarte Woud is prachtig. In 1 woord. We zijn vandaag op pad gegaan, te voet. We hadden geen vastomlijnd plan, maar we zijn een hotel ingelopen om te vragen of zij een kaart van de omgeving hadden. Die hadden ze. Er zijn hier veel wandelingen uitgezet, gemarkeerd met bordjes met gekleurde wybertjes. We zijn begonnen met de gele wandeling, toen overgestapt op de blauwe wandeling, en het laatste deel zaten we op de rode wandeling. Al met al 16,5 kilometer. We begonnen op 800 meter hoogte en zijn bijna tot 1200 meter hoogte geklommen. Geleidelijk uiteraard. Het was een heerlijke wandeling. Wat een rust, wat een prachtige natuur. We zijn in 16 kilometer 4 personen tegen gekomen. Verder waren we alleen met allerlei klein rondhuppelend grut (hagedissen, kleurige vogels, eekhoorntjes), de mooiste bomen (met zwarte stam, zowaar), en met de kerstgedachte. Het ruikt hier namelijk overal naar kerst, hmmm….

Op de terugweg kwamen we langs het dorp, Lenzkirch. Een prachtig idyllisch, typisch Duits dorpje. En welke boodschappen doe je in Duitsland? Broodjes, in alle soorten en maten. En vleeswaren, heel veel lekkere vleeswaren. En terwijl ik dit typ pelt Martijn de eitjes. De broodjes en vleeswaren zijn uitgestald op tafel, we gaan eten. Binnen, wel te verstaan. Want vandaag was het weliswaar circa 20 graden, op 800 meter hoogte koelt het snel af wanneer de zon ondergaat. En dan wordt het koud. Zo koud dat we met een dekentje over de benen in de camper blijven zitten. Lekker muziek draaien, spelletje spelen, boek lezen, kletsen; vakantie vieren. Het is zalig…

Heimwee

We zijn nu twee weken thuis. En thuis zijn is heerlijk. Thuis doet ook erg zijn best om ons welkom te heten, bemoedigend is het. Het is namelijk december, en dat is toch één van de fijnste maanden van het jaar. Het is Hollands gezellig. Iedereen loopt in outfits die op zichzelf lachwekkend zijn. Maar omdat we het allemaal doen, zien de mutsjes, wanten en oncharmante kleedjes er ineens heel schattig uit. Wat saamhorigheid al niet kan doen. Verder is het knus, met al die lichtjes en rare kerstversieringen. Onze overburen trakteren ons met een heus rendier met slee aan de voorgevel. Als je het goed bekijkt zijn wij de enigen die hiervan genieten, want wij kijken er de hele avond tegenaan. We zijn dankbaar dat ook zij bij het welkom-thuis-commitee betrokken zijn.

Als klap op de vuurpijl heeft Koning Winter ook nog een steentje bijgedragen. Het is sprookjesachtig wit. Na een paar dagen sneeuwen begint het vertrouwen in een witte Kerst te groeien. We zijn vandaag het Amsterdamse Bos ingegaan. Sinds we aan de Da Costalaan wonen dromen we hier al van. Een kort wandelingetje van ons huis naar het bos en dan genieten van waar winterlandschap. En het heeft niet teleurgesteld. Prachtig is het. Ingepakt in oncharmante creaties, zoals dat hoort, zijn we het bos in gegaaan en hebben we heerlijk gewandeld. Wat een verschil met een wandeling in de Olga’s.

En daar heb je het al. De verwijzing naar Australië. Het door ons zo geliefde Australië. De herinnering is nog niet vervaagd. Sterker nog, we houden deze levendiger dan de herinnering aan wat we gisteren deden. We missen Australië. Wat is dat, dat missen? Moeilijk te beschrijven. We weten dat we ons ontzettend fijn voelden in Australië. Heel ontspannen. En dat gevoel is verdwenen. Logisch op een bepaalde manier, want we moesten niet zoveel op vakantie. En hoe je je best ook doet, zodra je weer terug bent in de waan van alledag moet je van alles. En dat voel je. In je hoofd en helaas ook in je lijf. Dat geldt althans voor mij. Mijn lijf neemt de regie weer over. Vervelend, dat zeker, maar op een zekere manier ook positief. Want de vakantie heeft mij doen inzien dat ik me beter kan voelen. Als ik mijn rust maar neem. Niet zozeer fysiek, maar vooral mentaal. De norm qua gesteldheid die ik voor de vakantie had, bestaat niet meer. Ik weet dat ik me beter kan voelen, en dat wil ik graag als norm stellen. Zoals ik me tijdens de vakantie voelde moet de norm zijn. Met dat in mijn achterhoofd weet ik dat ik ook nu onder mijn norm zit. Tijd voor actie…Waar vakantie al niet goed voor is.  

Heimwee dus. Niet alleen naar de betere fysieke gesteldheid. Maar naar Australië in de breedste zin van het woord. We praten veel over Australië. Over de fijne mensen, de ontspannen sfeer. Maar het meest nog over the Outback, en over ons tijdelijke leven in een camper in die Outback. Wat was het fijn. En wat ondenkbaar dat we daar nooit meer terugkomen. Dat geloven we dus ook niet. We weten zeker dat er een dag zal zijn waarop we onze koffers inpakken om naar Australië te vertrekken. Tot die tijd genieten we van onze herinneringen, door middel van het bekijken van de foto’s, door het luisteren naar de mooie klanken van de didgeridoo. En ‘s avonds doe ik mijn ogen dicht en weet ik dat de dromen over Australië vanzelf komen, samen met de slaap. Want na twee weken droom ik nog bijna iedere nacht over Australië….

Laatste vakantiebericht, maar niet het einde van deze website

Laatste vakantiebericht, maar niet het einde van deze website
Lieve mensen, we hebben genoten van onze vakantie. En om dit met jullie te kunnen delen. We hebben enorm genoten van al jullie enthousiaste en lieve reacties. Het is een leuk boekwerkje geworden dat we nog vaak zullen teruglezen. Ook zullen we de website in de lucht houden en zo nu en dan vullen met gemijmer, ditjes-en-datjes, belangrijke berichten of gewoon gebabbel. Dat vinden we namelijk leuk.
We zitten nu in Hong Kong op het vliegveld. We zijn sinds vertrek vanuit het hotel nu ruim 16 uur onderweg. Over 2-en-half uur vertrekt ons vliegtuig naar Amsterdam, wat ons over 15 uur met de voetjes op Schiphol zal zetten. Thuis.. De tijd in Hong Kong willen we nog even nuttig besteden om wat zaken op een rijtje te zetten. We hopen natuurlijk dat we deze en gene enthousiast gemaakt hebben over Australië, dus we willen graag nog wat statistieken met jullie delen. Denk aan het definitieve reisschema, het aantal gereden kilometers, gemiddelde campingprijs, en een top 10 tips. We gaan er eens goed over nadenken en proberen deze reis zo compleet en duidelijk mogelijk samen te vatten. We zullen dat later posten. Voor nu maak ik me er gemakkelijk vanaf. Ik heb in de vakantie zo nu en dan wat kleine stukjes getypt. Het wellicht bekende gebabbel. Hieronder nog wat stukjes die de website nog niet gehaald hebben.
Sinterklaas (geschreven op de camping bij Kings Canyon)
Sinterklaas is in het land. In Australië dus. Hij staat bij ons op de camping. We weten zeker dat hij het is, want hij spreekt Nederlands. We hebben hem niet aangesproken hoor, hij is nl incognito. Hij heeft geen mijter, maar een niet-rood met niet-goud zwembroekje aan. Hij heeft wel een hele lange baard en een dikke buik. Hij staat twee plaatsjes bij ons vandaan, een grote, baarddragende man en hij is heel vriendelijk. Hij zwaait vaak naar ons, net als Sinterklaas. Amerigo is ook vermomd, die heet nu Apollo (dat is een campermerk). Maar we weten zeker dat Apollo heel veel cadeautjes heeft, hij is best groot namelijk. Zojuist zaten we nog even voor de camper. Het is al donker en het wordt al rustig op de camping (het is immers al 22:00 uur). Toen kwam hij de camper uit. Volgens mij ging hij kijken of hij al tot actie over kan gaan… Ik denk dat ik mijn schoen maar ga zetten.
Sterren (geschreven bij Kings Canyon)
Australië is groot. En op veel plaatsen vrij onbewoond. Net als het deel waar wij nu zijn (Kings Canyon). Dat houdt in dat er weinig omgevingslicht is en er zodoende veel sterren te zien zijn. En dat loont. Prachtige sterrenhemels. Ik had hier enorm hoge verwachtingen van. En het is sprookjesachtig. Toch realiseer ik me nu dat het, door mij zo geliefde, Zeeland ook prachtige sterrenhemels biedt. Vallen de sterrenhemels tegen? Nee, dat niet. Bijzonder is dat je hier ook aan de lage horizon sterren ziet. Dat zie je bij ons niet. Daar is over het algemeen bebouwing. Maar ik ben nog niet van mijn stoel gevallen van bewondering. Mooi, absoluut mooi. Ik denk dat mijn verwachtingen te hoog waren..
Hoed (geschreven bij Uluru)
Martijn heeft een hoed gekocht. Een hele stoere Australische hoed. Die komt goed van pas, de zon mag wel wat weerstand krijgen. Het is hier in het centrum warm. Doordat het ook veel waait valt het niet zo op. Maar als je ‘s avonds in de spiegel kijkt, dan zie je dat de zon haar werk gedaan heeft. Roodverbrande schouders en voetjes. Maar geen verbrande wangen, want die zijn goed beschermd. Mijn gezicht door mijn BLOF-pet. En mijn stoere ranger; die draagt zijn stoere hoed.
Wildlife (geschreven in Palm Cove)
Bij Australië denk je al snel aan gevaarlijke dieren. En daar word je ook voor gewaarschuwd. Slangen zijn actief, kangoeroes kunnen de weg oversteken. En op de camping bij Kings Canyon werden we gewaarschuwd voor levensgevaarlijke dingo’s. Met bijbehorende plaatjes van gewelddadige dingo’s. In de praktijk valt het wel mee. We hadden tot vandaag 1 slang gezien (circa 60 cm lang). Die stak de weg over en werd gek genoeg niet door de banden geraakt, maar glipte er precies tussendoor. Maar vandaag, in Palm Cove, heb ik de schrik van mijn leven gekregen. We werden vrij kalm door iemand geattendeerd op een slang in de boom. En niet zomaar een slang. Bevangen door de schrik noem ik het steeds een Boa Constructor, maar ik word gecorrigeerd door Martijn; het is een Python. Echt waar hoor! Een hele dikke, lange Python. Die Boa Constructor wekt overigens lachwekkende beelden bij Martijn op. Van een slang met een gereedschapskist, beschermende bril, werkhandschoenen en een helm. Tja, wat zie je liever…
Maar terug naar wildlife. Kangoeroes zijn toch vrij schaars, in tegenstelling tot wat de verkeersborden ons doen geloven. We zijn enorm getrakteerd in the Grampians, met onze huis-kangeroes. Maar daarna hebben we er slechts 4 gezien (levend dan). Twee langs de weg, op pad naar Coober Pedy. En twee in de Olga’s. En de Rock Wallabees natuurlijk. Lieve, kleine schattige boefjes. En die dingo’s natuurlijk, die liepen een beetje sluipend over de camping. Dat is toch vrij bijzonder. Zelfs wat beangstigend. En dat beangstigende leidde voor ons weer tot komische taferelen. Er liep nl een Hollander over de camping met een tak in zijn handen, daar sloeg hij af en toe mee tegen een boom. Hij stampte ook enorm met zijn voeten. Ik denk dat hij dacht dat hij hiermee dingo’s zou wegjagen. Een andere, Nederlandse, mevrouw probeerde het met een simpel geklap in de handen en de legendarische kreet “sjoe!”. Ik denk dat de dingo deze geniale Nederlandse uitroep niet kende. Ik ben zelf 1 keer goed geschrokken. Toen dook uit het donker een dingo op, achter Martijn. En die dingo stopte, op 2 meter afstand van ons. De dingo’s die we tot nu toe zagen die liepen door. Maar deze niet. Ik besloot niets te zeggen om Martijn niet tot een schrikreactie uit te lokken. Toen hij tenslotte omkeek, besloot de dingo door te lopen. En dat is wat ze constant doen. Zodra mensen aandacht aan ze besteden lopen ze door. Niks aan de hand dus. Kortom, weinig te vrezen van wildlife. Toch overlast van dieren in Australië! Alhoewel, dieren… Waar we echt last van hebben gehad zijn vliegen, mieren en vogels. De vliegen kunnen onuitstaanbaar zijn. Tijdens een van onze wandelingen had Martijn op een bepaald moment minimaal 60 vliegen op zijn rugzak zitten. Ze drijven je tot waanzin! Ze gaan nl op je ogen, neus en lippen zitten. Bloedirritant. De mieren vierden in Alice Springs hoogtij en hadden het gemunt op mijn voeten. Brrr. En de vogels? Die zijn knettergek en hondsbrutaal. Op de camping in Kings Canyon kwamen ze in grote aantallen op ons afgetippeld (alsof ze het afspraken) zodra er eten in de buurt is. Zo erg dat we maar binnen aten. Tja, het kan verkeren, zit je in the Outback, moet je binnen eten. Om je te beschermen, tegen een paar huismussen….
Nou, dat was het dan, denk ik. Met weemoed hebben we vanmorgen Australië verlaten. Maar ook met een blij gevoel. Blij dat de vakantie zo geweldig is geweest, dat we zulke mooie momenten hebben meegemaakt en fijne mensen hebben ontmoet. Blij dat we even helemaal uitgerust zijn. In ons hoofd dan 😉 En blij om morgen weer thuis te zijn. We hebben wat tastbare herinneringen meegenomen. En wat ontastbare herinneringen. We gaan proberen die vast te houden. De belangrijkste zal zijn: “No worries, mate. Relax”.
G’day mates. No worries..

Lieve mensen, we hebben genoten van onze vakantie. En om dit met jullie te kunnen delen. We hebben enorm genoten van al jullie enthousiaste en lieve reacties. Het is een leuk boekwerkje geworden dat we nog vaak zullen teruglezen. Ook zullen we de website in de lucht houden en zo nu en dan vullen met gemijmer, ditjes-en-datjes, belangrijke berichten of gewoon gebabbel. Dat vinden we namelijk leuk.

We zitten nu in Hong Kong op het vliegveld. We zijn sinds vertrek vanuit het hotel nu ruim 14 uur onderweg. Over 2-en-half uur vertrekt ons vliegtuig naar Amsterdam, wat ons over 15 uur met de voetjes op Schiphol zal zetten. Thuis.. De tijd in Hong Kong willen we nog even nuttig besteden om wat zaken op een rijtje te zetten. We hopen natuurlijk dat we deze en gene enthousiast gemaakt hebben over Australië, dus we willen graag nog wat statistieken met jullie delen. Denk aan het definitieve reisschema, het aantal gereden kilometers, gemiddelde campingprijs, en een top 10 tips. We gaan er eens goed over nadenken en proberen deze reis zo compleet en duidelijk mogelijk samen te vatten. We zullen dat later posten. Voor nu maak ik me er gemakkelijk vanaf. Ik heb in de vakantie zo nu en dan wat kleine stukjes getypt. Het wellicht bekende gebabbel. Hieronder nog wat stukjes die de website nog niet gehaald hebben.

Sinterklaas (geschreven op de camping bij Kings Canyon)
Sinterklaas is in het land. In Australië dus. Hij staat bij ons op de camping. We weten zeker dat hij het is, want hij spreekt Nederlands. We hebben hem niet aangesproken hoor, hij is nl incognito. Hij heeft geen mijter, maar een niet-rood met niet-goud zwembroekje aan. Hij heeft wel een hele lange baard en een dikke buik. Hij staat twee plaatsjes bij ons vandaan, een grote, baarddragende man en hij is heel vriendelijk. Hij zwaait vaak naar ons, net als Sinterklaas. Amerigo is ook vermomd, die heet nu Apollo (dat is een campermerk). Maar we weten zeker dat Apollo heel veel cadeautjes heeft, hij is best groot namelijk. Zojuist zaten we nog even voor de camper. Het is al donker en het wordt al rustig op de camping (het is immers al 22:00 uur). Toen kwam hij de camper uit. Volgens mij ging hij kijken of hij al tot actie over kan gaan… Ik denk dat ik mijn schoen maar ga zetten.

Sterren (geschreven bij Kings Canyon)
Australië is groot. En op veel plaatsen vrij onbewoond. Net als het deel waar wij nu zijn (Kings Canyon). Dat houdt in dat er weinig omgevingslicht is en er zodoende veel sterren te zien zijn. En dat loont. Prachtige sterrenhemels. Ik had hier enorm hoge verwachtingen van. En het is sprookjesachtig. Toch realiseer ik me nu dat het, door mij zo geliefde, Zeeland ook prachtige sterrenhemels biedt. Vallen de sterrenhemels tegen? Nee, dat niet. Bijzonder is dat je hier ook aan de lage horizon sterren ziet. Dat zie je bij ons niet. Daar is over het algemeen bebouwing. Maar ik ben nog niet van mijn stoel gevallen van bewondering. Mooi, absoluut mooi. Ik denk dat mijn verwachtingen te hoog waren..

Hoed (geschreven bij Uluru)
Martijn heeft een hoed gekocht. Een hele stoere Australische hoed. Die komt goed van pas, de zon mag wel wat weerstand krijgen. Het is hier in het centrum warm. Doordat het ook veel waait valt het niet zo op. Maar als je ‘s avonds in de spiegel kijkt, dan zie je dat de zon haar werk gedaan heeft. Roodverbrande schouders en voetjes. Maar geen verbrande wangen, want die zijn goed beschermd. Mijn gezicht door mijn BLOF-pet. En mijn stoere ranger; die draagt zijn stoere hoed.

Wildlife (geschreven in Palm Cove)
Bij Australië denk je al snel aan gevaarlijke dieren. En daar word je ook voor gewaarschuwd. Slangen zijn actief, kangoeroes kunnen de weg oversteken. En op de camping bij Kings Canyon werden we gewaarschuwd voor levensgevaarlijke dingo’s. Met bijbehorende plaatjes van gewelddadige dingo’s. In de praktijk valt het wel mee. We hadden tot vandaag 1 slang gezien (circa 60 cm lang). Die stak de weg over en werd gek genoeg niet door de banden geraakt, maar glipte er precies tussendoor. Maar vandaag, in Palm Cove, heb ik de schrik van mijn leven gekregen. We werden vrij kalm door iemand geattendeerd op een slang in de boom. En niet zomaar een slang. Bevangen door de schrik noem ik het steeds een Boa Constructor, maar ik word gecorrigeerd door Martijn; het is een Python. Echt waar hoor! Een hele dikke, lange Python. Die Boa Constructor wekt overigens lachwekkende beelden bij Martijn op. Van een slang met een gereedschapskist, beschermende bril, werkhandschoenen en een helm. Tja, wat zie je liever…

Maar terug naar wildlife. Kangoeroes zijn toch vrij schaars, in tegenstelling tot wat de verkeersborden ons doen geloven. We zijn enorm getrakteerd in the Grampians, met onze huis-kangeroes. Maar daarna hebben we er slechts 4 gezien (levend dan). Twee langs de weg, op pad naar Coober Pedy. En twee in de Olga’s. En de Rock Wallabees natuurlijk. Lieve, kleine schattige boefjes. En die dingo’s natuurlijk, die liepen een beetje sluipend over de camping. Dat is toch vrij bijzonder. Zelfs wat beangstigend. En dat beangstigende leidde voor ons weer tot komische taferelen. Er liep nl een Hollander over de camping met een tak in zijn handen, daar sloeg hij af en toe mee tegen een boom. Hij stampte ook enorm met zijn voeten. Ik denk dat hij dacht dat hij hiermee dingo’s zou wegjagen. Een andere, Nederlandse, mevrouw probeerde het met een simpel geklap in de handen en de legendarische kreet “sjoe!”. Ik denk dat de dingo deze geniale Nederlandse uitroep niet kende. Ik ben zelf 1 keer goed geschrokken. Toen dook uit het donker een dingo op, achter Martijn. En die dingo stopte, op 2 meter afstand van ons. De dingo’s die we tot nu toe zagen die liepen door. Maar deze niet. Ik besloot niets te zeggen om Martijn niet tot een schrikreactie uit te lokken. Toen hij tenslotte omkeek, besloot de dingo door te lopen. En dat is wat ze constant doen. Zodra mensen aandacht aan ze besteden lopen ze door. Niks aan de hand dus. Kortom, weinig te vrezen van wildlife. Toch overlast van dieren in Australië! Alhoewel, dieren… Waar we echt last van hebben gehad zijn vliegen, mieren en vogels. De vliegen kunnen onuitstaanbaar zijn. Tijdens een van onze wandelingen had Martijn op een bepaald moment minimaal 60 vliegen op zijn rugzak zitten. Ze drijven je tot waanzin! Ze gaan nl op je ogen, neus en lippen zitten. Bloedirritant. De mieren vierden in Alice Springs hoogtij en hadden het gemunt op mijn voeten. Brrr. En de vogels? Die zijn knettergek en hondsbrutaal. Op de camping in Kings Canyon kwamen ze in grote aantallen op ons afgetippeld (alsof ze het afspraken) zodra er eten in de buurt is. Zo erg dat we maar binnen aten. Tja, het kan verkeren, zit je in the Outback, moet je binnen eten. Om je te beschermen, tegen een paar huismussen….

Nou, dat was het dan, denk ik. Met weemoed hebben we vanmorgen Australië verlaten. Maar ook met een blij gevoel. Blij dat de vakantie zo geweldig is geweest, dat we zulke mooie momenten hebben meegemaakt en fijne mensen hebben ontmoet. Blij dat we even helemaal uitgerust zijn. In ons hoofd dan 😉 En blij om morgen weer thuis te zijn. We hebben wat tastbare herinneringen meegenomen. En wat ontastbare herinneringen. We gaan proberen die vast te houden. De belangrijkste zal zijn: “No worries, mate. Relax”.

G’day mates. No worries..

Spetterend einde

Gisteravond hebben we tot laat op het strand gezeten. Lekker voetjes in het zand, ons verbazend hoe het hier nooit afkoelt. Glaasje wijn erbij. En mijmeren over onze vakantie. Uiteindelijk is dat onvermijdbaar; het beschouwen, terugkijken, maar ook vooruit kijken naar de thuiskomst en de heerlijke feestmaand die voor ons ligt. Die we heerlijk met vrienden en familie gaan vieren. Onze conclusie? Het was fantastisch, en aan al het goede komt een eind. En dat is prima.
Onze vakantie had wel een knallend einde nodig. Ons verblijf aan de oostkust was fijn dusver, maar al die rust en ontspannenheid leek de vakantie uit te laten gaan als een nachtkaars. Heel rustig, heel fijn, en daarmee ook in redelijke tegenstelling tot de rest van onze enerverende, ondernemende, spannende vakantie. En dat knallende einde, dat gebeurde gisteren. Onze trip naar the Great Barrier Reef. Wat een belevenis! Wat onvergetelijk bijzonder, en vooral bijzonder mooi. En daarmee was de vakantie ‘af’. Zo concludeerde Martijn gisteren toen we op het strand zaten. En ik ben het helemaal met hem eens. Het is af. We hebben er nu vrede mee om vrijdagochtend om 06:30 onze voeten weer op Nederlandse bodem te zetten. En onze lieve mama’s te zien zwaaien aan de andere kant van het glas..
De afgelopen dagen in vogelvlucht. We hebben een prima vlucht gehad van Alice naar Cairns. Bij aankomst voelden we direct het verschil. Vooral qua temperatuur. Het is hier wellicht ietjes minder warm dan in the Red Centre, toch voelt het hier tropisch. En dat heeft met het tweede verschil te maken: water. Overvloed! En dat is gek als je lange tijd in dor, droog landschap geweest bent. Het zorgt ook voor een drukkende benauwdheid, hoge luchtvochtigheid. En dat heeft invloed op het energieniveau. Dat merk je, alles gaat hier nog een versnelling lager. “No worries mate, relax”… Daar gaan we gewillig in mee. In ons resort in Palm Cove. Palm Cove behoort tot the northern beaches van Cairns. Al deze strandplaatsjes hebben een eigen dorpje gevormd, en wij zijn de gelukkigen om in Palm Cove te verblijven. Prachtig plaatsje. Heel idylisch, heel luxe opgezet. Toen we hier zondagavond aankwamen zijn we gaan eten, en Martijn straalde van oor tot oor. We hadden heerlijk gedoucht, in ons appartement, en schoon en knap aangekleed zaten we in een luxe restaurant te genieten van verfijnd eten. We voelden ons net een prinsje en prinsesje 😉 Het is hier prima vertoeven. Lekker langs de boulevard slenteren, aan het zwembad liggen. Boekje lezen, spelletje doen, lekker eten. Zalig!
Toch wilden we nog wat actiefs ondernemen. Zoals onze vakantie was, hoorde deze afgesloten te worden. En dat werd een excursie naar the Great Barrier Reef. Een natuurwonder dat iedereen wel van naam en de plaatjes kent. Een prachtig rif, langs de oostkust van Australië. Met de mooiste koraalriffen, vissen, onderwaterplanten. We zijn hier nu, dus laten we het er nog maar een keer van nemen. Zodoende de excursie geboekt. Vroeg ons bed uit gisteren, wachtend op de bus. Die bracht ons langs een prachtige kustlijn naar Port Douglas. Hier gingen we aan boord van een enorme boot. Een boot vol blije toeristen en fijn personeel. En deze bracht ons in een tocht van anderhalf uur naar een ponton (soort platform) dobberend in het Outer Reef. Door dit ponton hadden we veel bewegingsvrijheid (de boot was al royaal). We konden allerlei extra excursies boeken, maar dat hebben we niet gedaan. Het bewonderen van het rif, daar heb je namelijk maar 2 dingen voor nodig: je ogen en een beetje moed. We begonnen met een tochtje in een soort onderwaterboot. Prachtig ding. Een smal bootje, waar een constructie onder hangt van glas, met bankjes. Zodra iedereen zit gaat het bootje varen. En kun je het leven onder water bewonderen. Het lijkt overigens wel ineens windkracht 12, als je in dat glazen huisje zit. Hihi, wat een gewiebel. De mevrouw voor ons, was binnen anderhalve minuut weer boven (zo groen als zeewier). Wel een unieke mogelijkheid om het leven onder water te bekijken. Vissen te over. En prachtige onderwaterplanten. In alle kleuren!  Onbeschrijflijk.
Na een lekkere lunch hebben we afgesproken dat we zouden ‘proberen te snorkelen’. Zet Martijn bij een zwembad neer en hij verandert regelrecht in een waterrat. Maar een zwembad is overzichtelijk en heeft een bereikbare bodem. En the Great Barrier Reef is geen zwembad. En daar houdt hij niet zo van. Maar, we waren er nu toch, dus we gingen het proberen. Pak aan, vinnen ondergebonden, bril op en snorkel in paraatheid. Het water in. Een bijzondere ervaring. Want zodra je je hoofd onder water stopt merk je dat je door een dun buisje moet ademen, je ziet de bodem ongeveer 10 meter onder je, en om je heen zwemmen vissen. Geen onschuldige goudvisjes, maar hele bijzondere, mooie, en vooral ook grote vissen. Best veel indrukken ineens. Martijn besloot het hierbij te laten. Helaas… Ik besloot toch wat verder te snorkelen, om de mooiste plaatjes voorbij te zien trekken. En me aan mijn benen te laten trekken. Door een of andere idioot, dacht ik nog. Een idioot met een groot geel zwemvest. Het was geen idioot, het was mijn eigen, lieve snorkelkoning. Martijn had ontdekt dat het met zwemvest prima ging. Dus toch op pad met zijn tweetjes. En ik denk dat deze belevenissen ook tussen ons tweetjes blijven. Niet dat we het niet willen delen, maar dat kan gewoon niet. Wat je daar onder water ziet, is niet te beschrijven. Zo mooi. En soms ook een beetje eng trouwens. De crew van de excursie gingen op den duur vissen voeren. Dat heeft tot gevolg dat de vissen een beetje bij de snorkelplaats rondhangen. Groot! Niet normaal. Er zwom een vis, een ronde vis, ondefinieerbare kleuren blauw en groen, en die was wel een meter (diameter). Heel onschuldig, vertelde de vissenvoeder me. Jaja..
Na een heerlijke middag snorkelen gingen we weer richting Port Douglas. Moe, maar voldaan. Heel voldaan. Omdat we al dit moois hadden mogen zien. Omdat we blij waren dat het snorkelen ‘gelukt’ was. En omdat we toen waarschijnlijk wisten dat dit het perfecte einde van onze vakantie was.
Gisteravond hebben we tot laat op het strand gezeten. Lekker voetjes in het zand, ons verbazend hoe het hier nooit afkoelt. Glaasje wijn erbij. En mijmeren over onze vakantie. Uiteindelijk is dat onvermijdbaar; het beschouwen, terugkijken, maar ook vooruit kijken naar de thuiskomst en de heerlijke feestmaand die voor ons ligt. Die we heerlijk met vrienden en familie gaan vieren. Onze conclusie? Het was fantastisch, en aan al het goede komt een eind. En dat is prima.
Onze vakantie had wel een knallend einde nodig. Ons verblijf aan de oostkust was fijn dusver, maar al die rust en ontspannenheid leek de vakantie uit te laten gaan als een nachtkaars. Heel rustig, heel fijn, en daarmee ook in redelijke tegenstelling tot de rest van onze enerverende, ondernemende, spannende vakantie. En dat knallende einde, dat gebeurde gisteren. Onze trip naar the Great Barrier Reef. Wat een belevenis! Wat onvergetelijk bijzonder, en vooral bijzonder mooi. En daarmee was de vakantie ‘af’. Zo concludeerde Martijn gisteren toen we op het strand zaten. En ik ben het helemaal met hem eens. Het is af. We hebben er nu vrede mee om vrijdagochtend om 06:30 onze voeten weer op Nederlandse bodem te zetten. En onze lieve mama’s te zien zwaaien aan de andere kant van het glas..
De afgelopen dagen in vogelvlucht. We hebben een prima vlucht gehad van Alice naar Cairns. Bij aankomst voelden we direct het verschil. Vooral qua temperatuur. Het is hier wellicht ietjes minder warm dan in the Red Centre, toch voelt het hier tropisch. En dat heeft met het tweede verschil te maken: water. Overvloed! En dat is gek als je lange tijd in dor, droog landschap geweest bent. Het zorgt ook voor een drukkende benauwdheid, hoge luchtvochtigheid. En dat heeft invloed op het energieniveau. Dat merk je, alles gaat hier nog een versnelling lager. “No worries mate, relax”… Daar gaan we gewillig in mee. In ons resort in Palm Cove. Palm Cove behoort tot the northern beaches van Cairns. Al deze strandplaatsjes hebben een eigen dorpje gevormd, en wij zijn de gelukkigen om in Palm Cove te verblijven. Prachtig plaatsje. Heel idylisch, heel luxe opgezet. Toen we hier zondagavond aankwamen zijn we gaan eten, en Martijn straalde van oor tot oor. We hadden heerlijk gedoucht, in ons appartement, en schoon en knap aangekleed zaten we in een luxe restaurant te genieten van verfijnd eten. We voelden ons net een prinsje en prinsesje 😉 Het is hier prima vertoeven. Lekker langs de boulevard slenteren, aan het zwembad liggen. Boekje lezen, spelletje doen, lekker eten. Zalig!
Toch wilden we nog wat actiefs ondernemen. Zoals onze vakantie was, hoorde deze afgesloten te worden. En dat werd een excursie naar the Great Barrier Reef. Een natuurwonder dat iedereen wel van naam en de plaatjes kent. Een prachtig rif, langs de oostkust van Australië. Met de mooiste koraalriffen, vissen, onderwaterplanten. We zijn hier nu, dus laten we het er nog maar een keer van nemen. Zodoende de excursie geboekt. Vroeg ons bed uit gisteren, wachtend op de bus. Die bracht ons langs een prachtige kustlijn naar Port Douglas. Hier gingen we aan boord van een enorme boot. Een boot vol blije toeristen en fijn personeel. En deze bracht ons in een tocht van anderhalf uur naar een ponton (soort platform) dobberend in het Outer Reef. Door dit ponton hadden we veel bewegingsvrijheid (de boot was al royaal). We konden allerlei extra excursies boeken, maar dat hebben we niet gedaan. Het bewonderen van het rif, daar heb je namelijk maar 2 dingen voor nodig: je ogen en een beetje moed. We begonnen met een tochtje in een soort onderwaterboot. Prachtig ding. Een smal bootje, waar een constructie onder hangt van glas, met bankjes. Zodra iedereen zit gaat het bootje varen. En kun je het leven onder water bewonderen. Het lijkt overigens wel ineens windkracht 12, als je in dat glazen huisje zit. Hihi, wat een gewiebel. De mevrouw voor ons, was binnen anderhalve minuut weer boven (zo groen als zeewier). Wel een unieke mogelijkheid om het leven onder water te bekijken. Vissen te over. En prachtige onderwaterplanten. In alle kleuren!  Onbeschrijflijk.
Na een lekkere lunch hebben we afgesproken dat we zouden ‘proberen te snorkelen’. Zet Martijn bij een zwembad neer en hij verandert regelrecht in een waterrat. Maar een zwembad is overzichtelijk en heeft een bereikbare bodem. En the Great Barrier Reef is geen zwembad. En daar houdt hij niet zo van. Maar, we waren er nu toch, dus we gingen het proberen. Pak aan, vinnen ondergebonden, bril op en snorkel in paraatheid. Het water in. Een bijzondere ervaring. Want zodra je je hoofd onder water stopt merk je dat je door een dun buisje moet ademen, je ziet de bodem ongeveer 10 meter onder je, en om je heen zwemmen vissen. Geen onschuldige goudvisjes, maar hele bijzondere, mooie, en vooral ook grote vissen. Best veel indrukken ineens. Martijn besloot het hierbij te laten. Helaas… Ik besloot toch wat verder te snorkelen, om de mooiste plaatjes voorbij te zien trekken. En me aan mijn benen te laten trekken. Door een of andere idioot, dacht ik nog. Een idioot met een groot geel zwemvest. Het was geen idioot, het was mijn eigen, lieve snorkelkoning. Martijn had ontdekt dat het met zwemvest prima ging. Dus toch op pad met zijn tweetjes. En ik denk dat deze belevenissen ook tussen ons tweetjes blijven. Niet dat we het niet willen delen, maar dat kan gewoon niet. Wat je daar onder water ziet, is niet te beschrijven. Zo mooi. En soms ook een beetje eng trouwens. De crew van de excursie gingen op den duur vissen voeren. Dat heeft tot gevolg dat de vissen een beetje bij de snorkelplaats rondhangen. Groot! Niet normaal. Er zwom een vis, een ronde vis, ondefinieerbare kleuren blauw en groen, en die was wel een meter (diameter). Heel onschuldig, vertelde de vissenvoeder me. Jaja..
Na een heerlijke middag snorkelen gingen we weer richting Port Douglas. Moe, maar voldaan. Heel voldaan. Omdat we al dit moois hadden mogen zien. Omdat we blij waren dat het snorkelen ‘gelukt’ was. En omdat we toen waarschijnlijk wisten dat dit het perfecte einde van onze vakantie was.

Afscheid van the Outback

Afscheid van the Outback
Een laatste uitstapje vandaag. Om het af te leren, zeg maar. We hadden geen overdreven druk programma, ook geen check-out tijd om rekening mee te houden, want we blijven op deze camping. En dat was maar goed ook. Want wat is het heet hier… En dat begint zodra de zon haar oogjes open doet. Nu maken we geen gewoonte van opstaan voor zonsopgang, dus toen we vanmorgen wakker werden was het al tropisch warm. Dus versnelling lager en alles op het gemakje. No worries, mate, relax. We begrijpen steeds beter waar dat vandaan komt.
Uitstapje dus. We hadden van onze goede vriendin Ann begrepen dat de West MacDonnell ranges een bezoekje waard zijn. Met name twee natuurwonderen, Stanley Chasm en Simpsons Gap. En laten die nu op redelijke afstand van Alice liggen. Zodoende de camper weer rijklaar gemaakt en op pad. En dat was fijn. Even de stad uit en nog een laatste keer met onze camper the Outback in. Het is weliswaar niet ver, maar toch buiten de stad. En zoals Martijn gisteren al aanhaalde, zodra je de stad uitrijdt zit je weer midden in de woestijn. Midden in dat prachtige landschap. In the middle of nowhere. Binnen enkele kilometers voel je je weer bijna alleen op de wereld. Een enkele tegenligger, en gewoontegetrouw, zoals het hoort in the Outback, groet je deze. Dat hoort zo. In the Outback steek je je hand op naar tegenliggers. Fijn..
We zijn eerst naar Stanley Chasm gereden, dat schijnt namelijk om 12:00 uur het mooist te zijn. We hadden ons tempo aangepast aan de temperatuur, dus dat gingen we precies halen. Een korte wandeling bracht ons bij het natuurschoon. Een smalle kloof, van rood gesteente, waar om 12:00 uur de zon recht boven staat. En op sprookjesachtige wijze het zonlicht op de wanden van de kloof laat schijnen. Adembenemend. We hebben geprobeerd dit vast te leggen, maar we hebben inmiddels geaccepteerd dat de gevoelige plaat nog altijd niet zo gevoelig is voor natuurschoon als het menselijk oog. Zodoende hebben we onze eigen ogen vooral de kost gegeven. En een babbeltje gemaakt met twee Australische bezoekers. Fijne mensen.
Daarna door naar Simpsons Gap, wat dichter in de buurt van Alice. Simpsons Gap is onderdeel van de West MacDonnell ranges. En de West MacDonnell ranges is een rotsformatie die smal is en lang, heel lang. Ik ken de exacte maten niet, maar honderden kilometers lang. En daar kun je wandelen. Het wandelen hebben we achterwege gelaten. Het is te warm. En de lijven beginnen moe te worden, en te lijden onder de hitte. Zodoende een kort wandelingetje naar Simpsons Gap, wat eigenlijk een bron is, tussen de rotsen. Er hoort ook een rivier te liggen, maar deze ligt droog, zoals zoveel rivieren in de omgeving. Het bezorgde ons nog wel een mooi plaatje (zie foto’s), want hier zagen we een bord dat ons zwemmen verbood, daar waar geen water te bekennen was.. De bron, laat ik het zo noemen, was mooi. Heel vredig, en de thuishaven voor vele dieren. Dat advies hadden we ook gekregen, luister goed naar de geluiden, van de vele dieren die hun thuis vinden bij Simpsons Gap. En het was een kakafonie van dierengeluiden. En hoog op de rotsen werden we bespied door een enkele rotswallaby.
Het was prettig om nog even een laatste uitstapje te maken. Want we zijn er inmiddels wel achter dat we het meest genieten van ‘op pad zijn’, mooie plekken ontdekken, wandelen in de natuur. Het geeft zo’n heerlijke rust. Weinig afleiding, je zintuigen het werk laten doen. En dat maakt dat we alweer allerlei plannen gemaakt hebben. En goede voornemens. Het spaarpotje is even op en laat niet toe om verre reizen te plannen. Maar waarom zou je dat willen, als er in Nederland nog zoveel te ontdekken is. En we weten hoe we onze vrije tijd graag invullen. En dat kan prima in Nederland. We gaan kijken of we tweedehands een leuke tent op de kop kunnen tikken. En dan gaan we tripjes in eigen land plannen. Als het weer het toelaat met de tent, en anders in een hotelletje. En ooit hopen we ons eigen rammelbakkie te hebben, want het reizen in een camper is ons uitstekend bevallen. We zullen ons tijdelijke huisje met gemengde gevoelens inleveren overmorgen.
En nu? Nu doen we het nog even lekker rustig aan. Het blijft vakantie. We hebben net zeker een half uur naar twee kangaroes zitten kijken, die in grote vertwijfeling waren of ze de oversteek van 30 meter naar een grasveldje durfden te maken. Uiteindelijk zijn ze omgekeerd en terug gehopt naar de rotsen. Het was te druk op de camping. Arme schatten, het gras zag er zo lekker groen uit..
Een laatste uitstapje vandaag. Om het af te leren, zeg maar. We hadden geen overdreven druk programma, ook geen check-out tijd om rekening mee te houden, want we blijven op deze camping. En dat was maar goed ook. Want wat is het heet hier… En dat begint zodra de zon haar oogjes open doet. Nu maken we geen gewoonte van opstaan voor zonsopgang, dus toen we vanmorgen wakker werden was het al tropisch warm. Dus versnelling lager en alles op het gemakje. No worries, mate, relax. We begrijpen steeds beter waar dat vandaan komt.
Uitstapje dus. We hadden van onze goede vriendin Ann begrepen dat de West MacDonnell ranges een bezoekje waard zijn. Met name twee natuurwonderen, Stanley Chasm en Simpsons Gap. En laten die nu op redelijke afstand van Alice liggen. Zodoende de camper weer rijklaar gemaakt en op pad. En dat was fijn. Even de stad uit en nog een laatste keer met onze camper the Outback in. Het is weliswaar niet ver, maar toch buiten de stad. En zoals Martijn gisteren al aanhaalde, zodra je de stad uitrijdt zit je weer midden in de woestijn. Midden in dat prachtige landschap. In the middle of nowhere. Binnen enkele kilometers voel je je weer bijna alleen op de wereld. Een enkele tegenligger, en gewoontegetrouw, zoals het hoort in the Outback, groet je deze. Dat hoort zo. In the Outback steek je je hand op naar tegenliggers. Fijn..
We zijn eerst naar Stanley Chasm gereden, dat schijnt namelijk om 12:00 uur het mooist te zijn. We hadden ons tempo aangepast aan de temperatuur, dus dat gingen we precies halen. Een korte wandeling bracht ons bij het natuurschoon. Een smalle kloof, van rood gesteente, waar om 12:00 uur de zon recht boven staat. En op sprookjesachtige wijze het zonlicht op de wanden van de kloof laat schijnen. Adembenemend. We hebben geprobeerd dit vast te leggen, maar we hebben inmiddels geaccepteerd dat de gevoelige plaat nog altijd niet zo gevoelig is voor natuurschoon als het menselijk oog. Zodoende hebben we onze eigen ogen vooral de kost gegeven. En een babbeltje gemaakt met twee Australische bezoekers. Fijne mensen.
Daarna door naar Simpsons Gap, wat dichter in de buurt van Alice. Simpsons Gap is onderdeel van de West MacDonnell ranges. En de West MacDonnell ranges is een rotsformatie die smal is en lang, heel lang. Ik ken de exacte maten niet, maar honderden kilometers lang. En daar kun je wandelen. Het wandelen hebben we achterwege gelaten. Het is te warm. En de lijven beginnen moe te worden, en te lijden onder de hitte. Zodoende een kort wandelingetje naar Simpsons Gap, wat eigenlijk een bron is, tussen de rotsen. Er hoort ook een rivier te liggen, maar deze ligt droog, zoals zoveel rivieren in de omgeving. Het bezorgde ons nog wel een mooi plaatje (zie foto’s), want hier zagen we een bord dat ons zwemmen verbood, daar waar geen water te bekennen was.. De bron, laat ik het zo noemen, was mooi. Heel vredig, en de thuishaven voor vele dieren. Dat advies hadden we ook gekregen, luister goed naar de geluiden, van de vele dieren die hun thuis vinden bij Simpsons Gap. En het was een kakafonie van dierengeluiden. En hoog op de rotsen werden we bespied door een enkele rotswallaby.
Het was prettig om nog even een laatste uitstapje te maken. Want we zijn er inmiddels wel achter dat we het meest genieten van ‘op pad zijn’, mooie plekken ontdekken, wandelen in de natuur. Het geeft zo’n heerlijke rust. Weinig afleiding, je zintuigen het werk laten doen. En dat maakt dat we alweer allerlei plannen gemaakt hebben. En goede voornemens. Het spaarpotje is even op en laat niet toe om verre reizen te plannen. Maar waarom zou je dat willen, als er in Nederland nog zoveel te ontdekken is. En we weten hoe we onze vrije tijd graag invullen. En dat kan prima in Nederland. We gaan kijken of we tweedehands een leuke tent op de kop kunnen tikken. En dan gaan we tripjes in eigen land plannen. Als het weer het toelaat met de tent, en anders in een hotelletje. En ooit hopen we ons eigen rammelbakkie te hebben, want het reizen in een camper is ons uitstekend bevallen. We zullen ons tijdelijke huisje met gemengde gevoelens inleveren overmorgen.
En nu? Nu doen we het nog even lekker rustig aan. Het blijft vakantie. We hebben net zeker een half uur naar twee kangaroes zitten kijken, die in grote vertwijfeling waren of ze de oversteek van 30 meter naar een grasveldje durfden te maken. Uiteindelijk zijn ze omgekeerd en terug gehopt naar de rotsen. Het was te druk op de camping. Arme schatten, het gras zag er zo lekker groen uit..