Via König Ludwig, Edelweiss, Anton aus Tirol, nu La Dolce Vita

In andere woorden, via de Bodensee, een nepslot, de Brennerpas, het prachtige Oostenrijk, de Alpen, Tirol, de Dolomieten, nu in Venetië neergestreken. Gemakkelijke toegang tot het internet is schaars tijdens onze reis, en we hebben een hoop bij te schrijven. We hebben immers al 1,634 kilometer afgelegd. Kortom, ‘fasten your seatbelt’, hier gaan we!

Het Zwarte Woud hebben we verlaten, met de belofte hier nog eens terug te komen. Voor weer een mooie wandeling. Het lijf heeft geleden, dat moet gezegd worden, maar het hoofd vond het de moeite waard. We zijn vertrokken richting de Bodensee. Rijden in deze gebieden vraagt opperste concentratie, en we kiezen er iets te vaak voor om dan ook maar door te rijden in plaats van her en der te stoppen. Dat zouden we vaker moeten doen, want och en wee, wat heeft Europa prachtige gebieden. Het zuiden van Duitsland is prachtig. Op en top idyllisch pracht en praal. Onze verwachting van het slot dat we gingen bezoeken was dan ook hoog. Eergisteren kwamen we aan in Schwangau, waar het wereldberoemde Sloss Neuschwanstein ligt. Het slot, gebouwd door Koning Ludwig, heeft model gestaan voor het Disney kasteel, zo zegt men. En inderdaad, het lijkt erop. Het is popperig, veel torentjes, gelegen aan de rand van de Alpen, in de bergen. Gisteren hebben we het slot bezocht. Een absolute ervaring.. Volgens echte Deutsche Grundlichkeit is alles strak geregeld. Een beetje ‘té’ wellicht, voor een nuchtere Hollander. Rij na rij, vervolgens een uur wachten tot de audio-tour begint, en wederom rij na rij. Het slot is bijzonder. Het werd gebouwd voor een geflipte koning met grootheidswaanzin, eind 19e eeuw. De helft van het slot is nooit afgekomen, en de koning heeft er 179 dagen gewoond. Daarna is hij opgesloten, gek verklaard. Wij begrijpen wel waarom. Een bijzonder verhaal, maar toch niet een kasteel uit de Middeleeuwen, met authentieke elementen en een ridderverleden. We hebben er van genoten, en om gelachen, en we raden iedereen aan die in de buurt is om erlangs te rijden. Maar het slot ook werkelijk bezoeken is meer iets voor Aziaten (die leken er helemaal wild van te worden).

Na ons slot-bezoek zijn we richting het zuiden gereden. Oostenrijk in. Ook zoek naar Edelweiss en de familie Von Trapp. We waren best een beetje gespannen. De Alpen, de beruchte Brennerpass. We hebben vooral erg genoten, van het landschap. Ik ben geen wintersporter, dat zal niemand verbazen. Martijn ook niet, wellicht iets verrassender. Zodoende zijn wij ook niet bekend met het berglandschap, de passen. We hebben onze ogen uitgekeken. De wintersportoorden zijn goed herkenbaar. Nu nog groene weilanden en een zonnetje, maar over niet al te lange tijd raast hier de echte wintersporter van de berg af. Wij hebben respect voor hen. Respect omdat ze het voor elkaar krijgen die bestemmingen te bereiken met een laag sneeuw. En respect omdat ze van die immense bergen afdurven. Respect en een beetje jaloezie. Want wat zal het daar mooi zijn in de winter.

En zo reden we geleidelijk aan Noord-Italië binnen, waar we in Rasun gestopt zijn. Duitstalig Italië. Ze blijven ons verbazen, het blijft onduidelijk welke taal waar gesproken wordt. In Rasun hebben we overnacht, tussen de bergen, in een prachtig dal aan de rand van de Dolemieten. Vanuit dat prachtige dal zijn we vandaag richting Venetië vertrokken. En daar zijn we nu. De afgelopen week hebben we het getroffen met het weer. Het zonnetje was ons gunstig gezind. Het was alleen een beetje koud her en der (her op 1,000 meter hoogte, en der op 1,200 meter hoogte). Nu zitten we met veel plezier voor onze camper. In korte broek. Onder de luifel. Want het is hier heerlijk qua temperatuur. Het regent alleen pijpenstelen… Tja, het kan verkeren.

Het is ons afgeraden om morgen de oude stad van Venetië te bezoeken. In verband met de hoge waterstand en verwachte regen. Ik denk dat we eigenwijs zijn.

Tja, en zo verzandt een stukje op onze website in een opsomming van bestemmingen en gebeurtenissen. Ik schrijf graag over wat we meemaken, in plaats van waar we zijn geweest. Dan zullen we vaker moeten schrijven. Of gewoon heel kort zijn over wat we meemaken. En dat kan heel goed, want dat wat we meemaken is vooral heel veel plezier, verwondering over de mooie omgeving, fijne avonden in of voor de camper, met een spelletje. Ja, genieten van het moment, genieten van samen zijn, genieten van de onwetendheid over wat morgen brengt. Gewoon genieten dus..

Zwart is de kleur van de bomen (maar zeker niet van ons humeur)

Gisteren hebben we Luxemburg verlaten. Onze gedachte bij deze vakantie is dat we een tour d’amour maken, een rondreis door een deel van ons eigen Europa, dat we gaan waar de zon ons brengt. En tot dusver lukt dat prima. Tour d’amour? Daar hebben wij niet veel voor nodig.. Europa? We zijn goed op weg, na Nederland, België en Luxemburg, hebben we nu ook Frankrijk en Duitsland een bezoekje gebracht. En de zon? Zowaar, daar waar we gaan schijnt de zon. Het is weliswaar geen 30 graden (sterker nog, we denken dat de temperatuur hier in de bergen ’s nachts tot het vriespunt daalt), maar tot dusver lacht de zon ons nog iedere dag tegemoet. Wij danken u, zon!

We zijn in Duitsland, het Zwarte Woud. Om precies te zijn, we zijn in Lenzkirch. Dit is vlakbij de Titisee. Voor voetballiefhebbers komt dit bekend voor, hier streek de NOS neer tijdens het WK 2006. Wat media al niet kan doe, toen ik zojuist mijn moeder aan de telefoon had vertelde ik haar dat we bij de beroemde Titisee zitten. Later keek ik nog eens op de kaart. Goed zoeken, zeg ik, dan vind je het.. We zijn hier gisteren naartoe gereden. Metz, Strassbourg, Freiburg, Offensee, Lenzkirch, tweede camping rechts. Fluitje van een cent. En dat was het eigenlijk ook wel, afgezien van een omleiding die de bijrijder (Martijn in dit geval) een prachtig beeld gaf van het Zwarte Woud. En die de bestuurder (ik in dit geval) een spoedcursus ‘rijden met een camper in de bergen‘ gaf. Allemaal goed gegaan. De camper staat weer op zijn plaats en wordt door ons liefkozend  toegesproken. De camper is ons geweldige huis op wielen. We houden van de camper. De camping is prima. Als je de eigenaresse weg denkt. Zucht. Ik mag het misschien niet zeggen, maar wat een heks, zeldzaam onvriendelijk. Om 19:00 uur luiden klokken op de camping, heel hard. Ik dacht eerst dat de camping-eigenaresse de vrouwelijke vorm van de klokkenluider van de Notre Damme is. Maar nu weten we dat de receptie dan sluit, en de heks naar huis gaat. Ik denk dat ze een kindje opgesloten heeft op zolder, die als dankbetoon de klokken luidt als ze weg is.

Maar goed, ik dwaal af. Het Zwarte Woud is prachtig. In 1 woord. We zijn vandaag op pad gegaan, te voet. We hadden geen vastomlijnd plan, maar we zijn een hotel ingelopen om te vragen of zij een kaart van de omgeving hadden. Die hadden ze. Er zijn hier veel wandelingen uitgezet, gemarkeerd met bordjes met gekleurde wybertjes. We zijn begonnen met de gele wandeling, toen overgestapt op de blauwe wandeling, en het laatste deel zaten we op de rode wandeling. Al met al 16,5 kilometer. We begonnen op 800 meter hoogte en zijn bijna tot 1200 meter hoogte geklommen. Geleidelijk uiteraard. Het was een heerlijke wandeling. Wat een rust, wat een prachtige natuur. We zijn in 16 kilometer 4 personen tegen gekomen. Verder waren we alleen met allerlei klein rondhuppelend grut (hagedissen, kleurige vogels, eekhoorntjes), de mooiste bomen (met zwarte stam, zowaar), en met de kerstgedachte. Het ruikt hier namelijk overal naar kerst, hmmm….

Op de terugweg kwamen we langs het dorp, Lenzkirch. Een prachtig idyllisch, typisch Duits dorpje. En welke boodschappen doe je in Duitsland? Broodjes, in alle soorten en maten. En vleeswaren, heel veel lekkere vleeswaren. En terwijl ik dit typ pelt Martijn de eitjes. De broodjes en vleeswaren zijn uitgestald op tafel, we gaan eten. Binnen, wel te verstaan. Want vandaag was het weliswaar circa 20 graden, op 800 meter hoogte koelt het snel af wanneer de zon ondergaat. En dan wordt het koud. Zo koud dat we met een dekentje over de benen in de camper blijven zitten. Lekker muziek draaien, spelletje spelen, boek lezen, kletsen; vakantie vieren. Het is zalig…

Onderweg/En route/Unterweg

De vakantie is begonnen. Met de camper. We zijn weer onderweg. Of ‘en route’. Of Unterweg. Dat weten we niet zo goed. We zijn namelijk in Berdorf, Luxemburg, en daar spreken ze óf Duits, óf Frans. En wanneer ze wat spreken is onduidelijk. We doen zelf ook maar wat, in steenkolen-Duits, of EF-talenreizen-Frans. Met de mevrouw van de camping spreken we Duits, in de supermarkt Frans, en in de bus weer Duits. En volgens ons weten ze het zelf ook niet zo goed, en worden veel teksten in zowel Duits als Frans neergezet. Of het is mengeling van Duits én Frans, zoals op het etiket van het lokale bier.

Maar goed, de zomervakantie is begonnen. Aangezien we in juli nog in Zeeland zijn geweest, zijn we wat later in ‘het seizoen’ vertrokken. Dat is zelfs gunstig, misschien niet vanwege het weer, maar we hoeven geen plaatsen op de campings te reserveren. We kunnen het romantische idee van ‘we zien wel waar we uitkomen’ in de praktijk brengen. Met een camper gaat dat uitstekend natuurlijk. We zijn inmiddels ervaren camper-gebruikers. Vorig jaar Australië, en dit jaar ook al een paar weekendjes. We verstaan de kunst van het camper-kamperen, al zeg ik het zelf. Als we morgen vertrekken naar onze volgende bestemming, dan klappen we de tafel en de stoeltjes in, rollen de luifel in, zorgen dat de afwas gedaan en opgeruimd is, zetten de Nespresso (!) in de wasbak en we kunnen ‘en route’. We gaan morgen richting Schwarzwald…

Zaterdag vertrokken naar Berdorf. Reis liep voorspoedig, de A2 is mooi geworden. Zeker rondom Eindhoven is het mooi opgeknapt, met mooie fly-overs. Over wegen aanleggen kunnen we vooral de Belgen nog wat leren. Nog geen centimeter over de grens of het asfalt is een halve grindbak, met gaten die goed zouden zijn om de huisraad van de camper goed te laten schudden. Om dan nog maar niet te spreken over de aansluiting van de A2 met de E40, rondom Luik. In Nederland een keurige fly-over, eventueel een ouderwets klaverblad. Nee, de Belgen doen het anders. Een rotonde, op de snelweg. Waarna je binnen 30 meter drie keer van baan moet wisselen. Wat een drama. Want met een camper ben je niet van 0-100 in 6.9 seconden. Maar we hebben de rotonde kunnen nemen, en zijn hier aangekomen. Wat wel fijn aan het onderhoud van de Belgische snelwegen is, is dat je ook weer precies weet wanneer je het land hebt verlaten. De grindbak wordt een biljartlaken. Super!

Berdorf dus. Toen ik 23 jaar geleden met 2VWO op werkweek (of excursie, geen idee wat we het toen noemden) was naar Trier, hebben we ook een dag een wandeling gemaakt van Berdorf naar Echternach. Door het Müllerthal, een indrukwekkend dal met rotsen, bos en een mooie kloof, de Wolfsschlucht. Dat maakte toen veel indruk. Ik heb daar mooie herinneringen aan. (Goede) Foto’s van toen zijn er haast niet, helaas. Gewapend met de compactcamera van mijn moeder en een rolletje van 24 foto’s moest je natuurlijk zuinig omgaan met de foto’s. Vandaar dat ik van toen niet veel foto’s heb. En daarbij is het me toen niet gelukt om de sfeer en de schoonheid van de wandeling te pakken. We hebben nu meer foto’s kunnen nemen, en hopelijk hebben we de sfeer en de schoonheid kunnen vastleggen. We hebben dus inderdaad de wandeling van toen overgedaan. Het was mooi, we hebben geluk gehad met het weer, we hebben genoten.

En nu weer thuis, in de camper. Het is frisjes, geen Australië weer, maar dat geeft niet. We hebben vakantie!

Statistieken

We hadden nog beloofd om een samenvatting te geven van onze reis, in de vorm van statistieken. Nu kan ik me voorstellen dat, gezien de hoeveelheid tekst die we hebben geschreven, een tekstuele samenvatting op zijn plaats zou zijn geweest. Helaas, dat doen we niet. Ten eerste is het moeilijk om het samen te vatten, ten tweede merken we dat de verhalen die we nu nog over onze vakantie vertellen telkens weer anders zijn. Het zou een momentopname zijn.

De statistieken:

  • 4457 kilometer afgelegd in 19 dagen met de camper
  • Gemiddeld 240 kilometer per dag
  • Langste dagafstand: 756 kilometer (Clare – Coober Pedy)
  • Verbruik: 481 liter diesel
  • Gemiddeld verbruik: 11 liter/100 km
  • Gemiddelde prijs per liter: € 0,92
  • Gemiddelde prijs per nacht (camping, 2 personen + camper): € 18,80

Reisschema:

Vertrek Aankomst Kilometers
1 nov 2009 Schiphol n.a. n.a.
2 nov 2009 n.a. Hong Kong n.a.
3 nov 2009 Hong Kong Hong Kong n.a.
4 nov 2009 Hong Kong n.a. n.a.
5 nov 2009 n.a. Sydney n.a.
6 nov 2009 Sydney Sydney n.a.
7 nov 2009 Sydney Sydney n.a.
8 nov 2009 Sydney Melbourne n.a.
9 nov 2009 Melbourne Melbourne n.a.
10 nov 2009 Melbourne Morwell 212
11 nov 2009 Morwell Morwell 0
12 nov 2009 Morwell Phillip Island 172
13 nov 2009 Phillip Island Cumberland river 260
14 nov 2009 Cumberland river Port Campbell 200
15 nov 2009 Port Campbell Halls Gap 247
16 nov 2009 Halls Gap Halls Gap 23
17 nov 2009 Halls Gap Tanunda 582
18 nov 2009 Tanunda Clare 183
19 nov 2009 Clare Coober Pedy 756
20 nov 2009 Coober Pedy Coober Pedy 11
21 nov 2009 Coober Pedy Uluru 744
22 nov 2009 Uluru Uluru 205
23 nov 2009 Uluru Kings Canyon 307
24 nov 2009 Kings Canyon Kings Canyon 28
25 nov 2009 Kings Canyon Alice Springs 470
26 nov 2009 Alice Springs Alice Springs 18
27 nov 2009 Alice Springs Alice Springs 125
28 nov 2009 Alice Springs Alice Springs 14
29 nov 2009 Alice Springs Palm Cove n.a.
30 nov 2009 Palm Cove Palm Cove n.a.
1 dec 2009 Palm Cove Palm Cove n.a.
2 dec 2009 Palm Cove Palm Cove n.a.
3 dec 2009 Palm Cove n.a. n.a.
4 dec 2009 n.a. Schiphol n.a.

Heimwee

We zijn nu twee weken thuis. En thuis zijn is heerlijk. Thuis doet ook erg zijn best om ons welkom te heten, bemoedigend is het. Het is namelijk december, en dat is toch één van de fijnste maanden van het jaar. Het is Hollands gezellig. Iedereen loopt in outfits die op zichzelf lachwekkend zijn. Maar omdat we het allemaal doen, zien de mutsjes, wanten en oncharmante kleedjes er ineens heel schattig uit. Wat saamhorigheid al niet kan doen. Verder is het knus, met al die lichtjes en rare kerstversieringen. Onze overburen trakteren ons met een heus rendier met slee aan de voorgevel. Als je het goed bekijkt zijn wij de enigen die hiervan genieten, want wij kijken er de hele avond tegenaan. We zijn dankbaar dat ook zij bij het welkom-thuis-commitee betrokken zijn.

Als klap op de vuurpijl heeft Koning Winter ook nog een steentje bijgedragen. Het is sprookjesachtig wit. Na een paar dagen sneeuwen begint het vertrouwen in een witte Kerst te groeien. We zijn vandaag het Amsterdamse Bos ingegaan. Sinds we aan de Da Costalaan wonen dromen we hier al van. Een kort wandelingetje van ons huis naar het bos en dan genieten van waar winterlandschap. En het heeft niet teleurgesteld. Prachtig is het. Ingepakt in oncharmante creaties, zoals dat hoort, zijn we het bos in gegaaan en hebben we heerlijk gewandeld. Wat een verschil met een wandeling in de Olga’s.

En daar heb je het al. De verwijzing naar Australië. Het door ons zo geliefde Australië. De herinnering is nog niet vervaagd. Sterker nog, we houden deze levendiger dan de herinnering aan wat we gisteren deden. We missen Australië. Wat is dat, dat missen? Moeilijk te beschrijven. We weten dat we ons ontzettend fijn voelden in Australië. Heel ontspannen. En dat gevoel is verdwenen. Logisch op een bepaalde manier, want we moesten niet zoveel op vakantie. En hoe je je best ook doet, zodra je weer terug bent in de waan van alledag moet je van alles. En dat voel je. In je hoofd en helaas ook in je lijf. Dat geldt althans voor mij. Mijn lijf neemt de regie weer over. Vervelend, dat zeker, maar op een zekere manier ook positief. Want de vakantie heeft mij doen inzien dat ik me beter kan voelen. Als ik mijn rust maar neem. Niet zozeer fysiek, maar vooral mentaal. De norm qua gesteldheid die ik voor de vakantie had, bestaat niet meer. Ik weet dat ik me beter kan voelen, en dat wil ik graag als norm stellen. Zoals ik me tijdens de vakantie voelde moet de norm zijn. Met dat in mijn achterhoofd weet ik dat ik ook nu onder mijn norm zit. Tijd voor actie…Waar vakantie al niet goed voor is.  

Heimwee dus. Niet alleen naar de betere fysieke gesteldheid. Maar naar Australië in de breedste zin van het woord. We praten veel over Australië. Over de fijne mensen, de ontspannen sfeer. Maar het meest nog over the Outback, en over ons tijdelijke leven in een camper in die Outback. Wat was het fijn. En wat ondenkbaar dat we daar nooit meer terugkomen. Dat geloven we dus ook niet. We weten zeker dat er een dag zal zijn waarop we onze koffers inpakken om naar Australië te vertrekken. Tot die tijd genieten we van onze herinneringen, door middel van het bekijken van de foto’s, door het luisteren naar de mooie klanken van de didgeridoo. En ‘s avonds doe ik mijn ogen dicht en weet ik dat de dromen over Australië vanzelf komen, samen met de slaap. Want na twee weken droom ik nog bijna iedere nacht over Australië….