Ontdek Australie: luister naar de locals!
The Grampians: wat een fantastische tip van tante Corrie. Eens te meer een bevestiging dat de bewoners van dit waanzinnige continent weten waar je moet zijn. En daar moeten we dan ook maar naar luisteren. Dus, ga je ooit naar Australie, luister naar de prachtige klanken van het Australische accent, doe wat ze je vertellen, volg desnoods een kangaroo; ze weten je de juiste weg te vertellen!
Gisteren the Great Ocean Road verlaten. Martijn en ik hadden het net over zijn stukje over dit bijzondere stukje wereld. Ik vond hem wat somber overkomen. En dan te bedenken dat dit de mooiste kust ter wereld moet zijn. En dat is het ook! En daar zijn we het ook over eens. De kust is onbeschrijflijk mooi, niet op beeld vast te leggen. Maar we moeten niet vergeten dat we onze beoordeling moeten baseren op de “Ocean Road”, de kust, en niet op Jan en alleman die daar commercieel een slaatje uit wil slaan. De aanbieders van attracties. Alweer een goede tip (en nu niet van een local): wil je van de Great Ocean Road genieten, ga dan naar de kust, kijk je ogen uit, en neem het uitzicht in je op. Zoals wij hebben gedaan, en nu al met heel veel plezier op terug kijken.
Gisteren dus de Great Ocean Road verlaten, en de binnenlanden ingetrokken. Een bijzonder moment, een nieuwe episode in onze reis. De wegen zijn ineens stukken beter begaanbaar. En het uitzicht is compleet veranderd. Ik zou geen goede boerendochter zijn als ik niet benadruk dat het genieten is van de agrarische bezigheden. Vlak tegen de kust is er (nog) voldoende water, en zodoende vruchtbare grond. En daar wordt hard gewerkt. En vooral hard beregend, want de grond kan wel wat water gebruiken. Het klimaat verandert ook met de kilometer. Het wordt warmer, aangenaam! We zijn bij Warrnambool de binnenlanden ingetrokken. Tip nummer 3: als je de Great Ocean Road wil beleven, dan moet je tenminste doorrijden tot Warrnambool. De bonus zit in de laatste 100 kilometer.
Richting het noorden dus. De richting waar de zon het hoogst staat, op het midden van de dag. Blijft bijzonder, het zuidelijk halfrond. Een lekker ritje bracht ons in Dunkeld. De poort naar de Grampians. En daar hebben we, gewoontegetrouw, een bezoekje gebracht aan het visitors center (tip 4). Want daar weten ze precies waar ze je naartoe moeten sturen. En dit keer, in Dunkeld, troffen we een medewerker met ervaring. Veel ervaring. Vele jaren ervaring. Hij was minstens 85. En heel lief 🙂 Voordat hij ons uberhaupt kon helpen, moest hij de statistieken bijwerken. Bij binnenkomst schreef hij vlijtig 2 in zijn schriftje. Daarna kwamen de vragen die waarheidsgetrouw beantwoord moesten worden. “Where you from?”, “Where are you going?”. En dat werd allemaal keurig opgeschreven. Later liet hij ons zien waarom. Hij houdt, handmatig, bij wat zijn bezoekers uitspoken. En dat vertaalt zich in een prachtig overzicht van “bezoekers aan Dunkeld”. Afgelopen jaar waren er 135 Nederlandse bezoekers in het visitors center geweest. En als we door hadden gevraagd, dan hadden we ongetwijfeld rugnummers, bestemmingen, adressen etc gekregen. De lieverd. Maar we waren Dutchies met een missie. Wij gingen the Grampians bezoeken. Goede keuze uiteraard, volgens onze vriend. Hij heeft ons haarfijn uitgelegd waar we wel en niet naartoe moeten gaan. En als afsluiting gaf hij ons nog wat bemoedigende adviezen mee. Opletten voor slangen, vooral de giftige. En spinnen natuurlijk… Ik ben al een beetje verkleurd (naar goede gewoonte ben ik zo verkleurd dat mijn wangen voor tomaatjes door kunnen gaan). Toen mijn wangen enigszins lijkbleek werden, heeft hij zijn advies wat versoepeld: nog geen toeristen verloren dit jaar door dodelijke slangen- of spinnenbeten. Tja, daar moet je het dan mee doen. Ik ben een pionier, dus ik zeg maar zo: ik zou zomaar de eerste zijn.
Maar goed, we zijn niet vies van een avontuur, dus op naar the Grampians. Een natuurpark, dankzij de prachtige natuur. En de zorgen waren al snel als sneeuw voor de zon verdwenen. Want wat een prachtig gebied. Hoge bergen, veel groen, natuur!! Op de kaart zagen de natuurcampings er wel aantrekkelijk uit. Toen we deze tegenkwamen niet meer. Hihi. Een verlaten stukje grond, in the middle of no where, zonder faciliteiten; ik dacht het niet. Ik denk nl dat slangen daar heel erg van houden. Dus doorgereden naar Halls Gap, the place to be in the Grampians. Een dorp met 10 nobele middenstanders (een supermarkt, een visitors center (!!), een camping, een souvenier winkel, en een kroeg natuurlijk). Daar hebben we ons kamp opgeslagen. Wat een heerlijkheid. Midden in de natuur. Prachtig. We hebben onze tafel en stoeltjes buiten gezet en een lekker borreltje ingeschonken. En wat denk je, we knipperen drie keer met onze ogen en er staan ineens 6 kangaroos naast onze camper. Een mijlpaal!!! Onze eerste levende kangaroos. Dat levende moet erbij, want onze eerste kennismaking met een kangaroo was op weg hiernaartoe. Het was een halve kangeroo, die midden op de weg lag 🙁 We hebben genoten van hun bezoek. Samen met Ann, onze buurvrouw. Een gepensioneerde local, die op het plekje naast ons staat. Over Ann later meer, maar het was een bijzondere ontmoeting.
Vandaag besloten om hier een nachtje langer te blijven. Dus plaatsje verlengd met een dag, en op pad. Ben wel dol op een wandelingetje. En we zouden gaan hiken. En zo geschiedde. Van onze bejaarde vriend in Dunkeld hadden we een wandelkaart gekocht, dat was het minste wat we konden doen 😉 En we hadden, wijselijk, een wandeling uitgezocht van het type “medium”. De wandelingen gaan hier van “easy”, naar “medium”, “medium-hard” en “hard”. We zijn geen watjes, maar we moeten ook de gezondheid een beetje in de gaten houden. Dus kozen we voor een “medium” wandeling. Nou, ik kan er twee dingen over zeggen. Allereerst, het was wonderlijk mooi. Ten tweede, het was loeizwaar! Allemachtig zeg. Wat een geklim. En niet over mooi asfalt, zullen we maar zeggen. En dan heb je het geklim gehad, dan komt het dalen. Zeker geen beloning na een zware klim. Goed, we hebben de 6,5 km afgelegd. Het was absoluut de moeite waard. Maar de moeite was groot. Even een zijspoor in mijn verhaal. Het gaat prima met de gezondheid. De warmte doet niet altijd goed. De lijven, en zeker mijn lijf, worden wat stram en stijf. Maar absoluut geen reden tot klagen.
Na onze survivaltocht (jaja, het kan snel gaan; van een wandeling, naar een hike, naar een survivaltocht) hebben we eerst een half uurtje tegen de camper aan gehangen, even uithijgen. Daarna hebben we ons toch nog aan een tweede wandeling gewaagd. Een “easy” naar een hele mooie waterval. En dat was aangenaam qua wandeling, en bijzonder qua natuurverschijnsel. De waterval stroomt nl met een noodvaart van de berg af, en eindigt in een berg kiezels. Geen meertje, geen kreek, geen rivier. Gewoon een berg kiezels. En daaronder? Geen idee…
En nu zitten we lekker voor onze camper. Het weer laat het toe om tot de late uurtjes buiten te zitten. Genieten van de waanzinnig mooie sterrenhemel. Ik heb dit stuk een paar keer moeten onderbreken. Voor de buren, die even kwamen babbelen. Daar zal ik laten meer over schrijven, maar het is een bijzonder fenomeen. Verder nog een keer voor een familie kangaroos die langs kwamen hoppen (zo schattig). En nu ik dit typ, ik overdrijf niet, schrik ik me helemaal een beroerte, want het is inmiddels donker en er komt net op 5 meter afstand een kangaroo voorbij hupsen (oh nee, twee, en ik hoor er nog een in de bosjes zitten). En verder moesten we nog eten. We hebben lekker wat aardappeltjes op de bbq gelegd. Naast de biefstuk. Zucht, we hebben het goed..….
The Grampians: wat een fantastische tip van tante Corrie. Eens te meer een bevestiging dat de bewoners van dit waanzinnige continent weten waar je moet zijn. En daar moeten we dan ook maar naar luisteren. Dus, ga je ooit naar Australie, luister naar de prachtige klanken van het Australische accent, doe wat ze je vertellen, volg desnoods een kangaroo; ze weten je de juiste weg te vertellen!
Gisteren the Great Ocean Road verlaten. Martijn en ik hadden het net over zijn stukje over dit bijzondere stukje wereld. Ik vond hem wat somber overkomen. En dan te bedenken dat dit de mooiste kust ter wereld moet zijn. En dat is het ook! En daar zijn we het ook over eens. De kust is onbeschrijflijk mooi, niet op beeld vast te leggen. Maar we moeten niet vergeten dat we onze beoordeling moeten baseren op de “Ocean Road”, de kust, en niet op Jan en alleman die daar commercieel een slaatje uit wil slaan. De aanbieders van attracties. Alweer een goede tip (en nu niet van een local): wil je van de Great Ocean Road genieten, ga dan naar de kust, kijk je ogen uit, en neem het uitzicht in je op. Zoals wij hebben gedaan, en nu al met heel veel plezier op terug kijken.
Gisteren dus de Great Ocean Road verlaten, en de binnenlanden ingetrokken. Een bijzonder moment, een nieuwe episode in onze reis. De wegen zijn ineens stukken beter begaanbaar. En het uitzicht is compleet veranderd. Ik zou geen goede boerendochter zijn als ik niet benadruk dat het genieten is van de agrarische bezigheden. Vlak tegen de kust is er (nog) voldoende water, en zodoende vruchtbare grond. En daar wordt hard gewerkt. En vooral hard beregend, want de grond kan wel wat water gebruiken. Het klimaat verandert ook met de kilometer. Het wordt warmer, aangenaam! We zijn bij Warrnambool de binnenlanden ingetrokken. Tip nummer 3: als je de Great Ocean Road wil beleven, dan moet je tenminste doorrijden tot Warrnambool. De bonus zit in de laatste 100 kilometer.
Richting het noorden dus. De richting waar de zon het hoogst staat, op het midden van de dag. Blijft bijzonder, het zuidelijk halfrond. Een lekker ritje bracht ons in Dunkeld. De poort naar de Grampians. En daar hebben we, gewoontegetrouw, een bezoekje gebracht aan het visitors center (tip 4). Want daar weten ze precies waar ze je naartoe moeten sturen. En dit keer, in Dunkeld, troffen we een medewerker met ervaring. Veel ervaring. Vele jaren ervaring. Hij was minstens 85. En heel lief 🙂 Voordat hij ons uberhaupt kon helpen, moest hij de statistieken bijwerken. Bij binnenkomst schreef hij vlijtig 2 in zijn schriftje. Daarna kwamen de vragen die waarheidsgetrouw beantwoord moesten worden. “Where you from?”, “Where are you going?”. En dat werd allemaal keurig opgeschreven. Later liet hij ons zien waarom. Hij houdt, handmatig, bij wat zijn bezoekers uitspoken. En dat vertaalt zich in een prachtig overzicht van “bezoekers aan Dunkeld”. Afgelopen jaar waren er 135 Nederlandse bezoekers in het visitors center geweest. En als we door hadden gevraagd, dan hadden we ongetwijfeld rugnummers, bestemmingen, adressen etc gekregen. De lieverd. Maar we waren Dutchies met een missie. Wij gingen the Grampians bezoeken. Goede keuze uiteraard, volgens onze vriend. Hij heeft ons haarfijn uitgelegd waar we wel en niet naartoe moeten gaan. En als afsluiting gaf hij ons nog wat bemoedigende adviezen mee. Opletten voor slangen, vooral de giftige. En spinnen natuurlijk… Ik ben al een beetje verkleurd (naar goede gewoonte ben ik zo verkleurd dat mijn wangen voor tomaatjes door kunnen gaan). Toen mijn wangen enigszins lijkbleek werden, heeft hij zijn advies wat versoepeld: nog geen toeristen verloren dit jaar door dodelijke slangen- of spinnenbeten. Tja, daar moet je het dan mee doen. Ik ben een pionier, dus ik zeg maar zo: ik zou zomaar de eerste zijn.
Maar goed, we zijn niet vies van een avontuur, dus op naar the Grampians. Een natuurpark, dankzij de prachtige natuur. En de zorgen waren al snel als sneeuw voor de zon verdwenen. Want wat een prachtig gebied. Hoge bergen, veel groen, natuur!! Op de kaart zagen de natuurcampings er wel aantrekkelijk uit. Toen we deze tegenkwamen niet meer. Hihi. Een verlaten stukje grond, in the middle of no where, zonder faciliteiten; ik dacht het niet. Ik denk nl dat slangen daar heel erg van houden. Dus doorgereden naar Halls Gap, the place to be in the Grampians. Een dorp met 10 nobele middenstanders (een supermarkt, een visitors center (!!), een camping, een souvenier winkel, en een kroeg natuurlijk). Daar hebben we ons kamp opgeslagen. Wat een heerlijkheid. Midden in de natuur. Prachtig. We hebben onze tafel en stoeltjes buiten gezet en een lekker borreltje ingeschonken. En wat denk je, we knipperen drie keer met onze ogen en er staan ineens 6 kangaroos naast onze camper. Een mijlpaal!!! Onze eerste levende kangaroos. Dat levende moet erbij, want onze eerste kennismaking met een kangaroo was op weg hiernaartoe. Het was een halve kangeroo, die midden op de weg lag 🙁 We hebben genoten van hun bezoek. Samen met Ann, onze buurvrouw. Een gepensioneerde local, die op het plekje naast ons staat. Over Ann later meer, maar het was een bijzondere ontmoeting.
Vandaag besloten om hier een nachtje langer te blijven. Dus plaatsje verlengd met een dag, en op pad. Ben wel dol op een wandelingetje. En we zouden gaan hiken. En zo geschiedde. Van onze bejaarde vriend in Dunkeld hadden we een wandelkaart gekocht, dat was het minste wat we konden doen 😉 En we hadden, wijselijk, een wandeling uitgezocht van het type “medium”. De wandelingen gaan hier van “easy”, naar “medium”, “medium-hard” en “hard”. We zijn geen watjes, maar we moeten ook de gezondheid een beetje in de gaten houden. Dus kozen we voor een “medium” wandeling. Nou, ik kan er twee dingen over zeggen. Allereerst, het was wonderlijk mooi. Ten tweede, het was loeizwaar! Allemachtig zeg. Wat een geklim. En niet over mooi asfalt, zullen we maar zeggen. En dan heb je het geklim gehad, dan komt het dalen. Zeker geen beloning na een zware klim. Goed, we hebben de 6,5 km afgelegd. Het was absoluut de moeite waard. Maar de moeite was groot. Even een zijspoor in mijn verhaal. Het gaat prima met de gezondheid. De warmte doet niet altijd goed. De lijven, en zeker mijn lijf, worden wat stram en stijf. Maar absoluut geen reden tot klagen.
Na onze survivaltocht (jaja, het kan snel gaan; van een wandeling, naar een hike, naar een survivaltocht) hebben we eerst een half uurtje tegen de camper aan gehangen, even uithijgen. Daarna hebben we ons toch nog aan een tweede wandeling gewaagd. Een “easy” naar een hele mooie waterval. En dat was aangenaam qua wandeling, en bijzonder qua natuurverschijnsel. De waterval stroomt nl met een noodvaart van de berg af, en eindigt in een berg kiezels. Geen meertje, geen kreek, geen rivier. Gewoon een berg kiezels. En daaronder? Geen idee…
En nu zitten we lekker voor onze camper. Het weer laat het toe om tot de late uurtjes buiten te zitten. Genieten van de waanzinnig mooie sterrenhemel. Ik heb dit stuk een paar keer moeten onderbreken. Voor de buren, die even kwamen babbelen. Daar zal ik laten meer over schrijven, maar het is een bijzonder fenomeen. Verder nog een keer voor een familie kangaroos die langs kwamen hoppen (zo schattig). En nu ik dit typ, ik overdrijf niet, schrik ik me helemaal een beroerte, want het is inmiddels donker en er komt net op 5 meter afstand een kangaroo voorbij hupsen (oh nee, twee, en ik hoor er nog een in de bosjes zitten). En verder moesten we nog eten. We hebben lekker wat aardappeltjes op de bbq gelegd. Naast de biefstuk. Zucht, we hebben het goed..….